(5) De technische voorschriften met betrekking tot storingsindicatiestrategieën worden verduidelijkt, zodat een storing optreedt als de grenswaarden van het OBD-systeem worden overschreden of als het OBD-systeem niet meer aan de fundamentele controlevereisten van deze richtlijn kan voldoen.
(5) Die technischen Anforderungen an die Strategien zur Meldung von Funktionsstörungen werden dahin gehend präzisiert, dass eine Funktionsstörung vorliegt, wenn die OBD-Grenzwerte überschritten werden oder wenn das OBD-System nicht in der Lage ist, die grundlegenden OBD-Überwachungsanforderungen dieser Richtlinie zu erfuellen.