De Commissie zou moeten uitgaan van vaste rechtspraak volgens welke zelfs relatief onbeduidend maar algemeen en herhaald optreden van de overheid een inbreuk kan vormen, ondanks officieel correcte omzetting door de lidstaat.
Die Kommission sollte sich auf die seit langem geltende Rechtsprechung stützen, der zufolge sogar relativ geringfügige, aber generelle und anhaltende Verwaltungspraktiken auch bei formell korrekter Umsetzung durch den Mitgliedstaat einen Verstoß darstellen können.
