95. bevestigt nogmaals zijn mening dat de procedure voor de benoeming van de directeur-generaal ad interim van OLAF mutatis mutandis de regels moet volgen in de akte die de wettelijke basis voor OLAF legt, namelijk artikel 12 van Verordening (EG) nr 1073/1999 van het Europees Parlement en van de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) ; betreurt de algemene toepassing door de Commissie van het Statuut van de ambtenaren en is bezorgd dat het standpunt van de Commissie de doeltrreffendheid van OLAF kan aantasten;
95. bekräftigt seine Auffassung, dass das Verfahren zur Ernennung des Generaldirektors ad interim von OLAF mutatis mutandis den Bestimmungen der Rechtsgrundlage für OLAF, nämlich Artikel 12 der Verordnung (EG) Nr. 1073/1999 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 25. Mai 1999 über Untersuchungen des Europäischen Amtes für Betrugsbekämpfung (OLAF) , folgen sollte; bedauert, dass die Kommission generell das Beamtenstatut anwendet und ist besorgt darüber, dass durch diese Haltung der Kommission die Effizienz von OLAF beeinträchtigt werden könnte;