46. is verheugd over het feit dat de vermelde aanbevelingen van de Rekenkamer parallel lopen met het standpunt dat het Europees Parlement reeds in zijn resolutie van 4 december 2003 over het verslag van de Commissie over de evaluatie van de werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) had geformuleerd; is het ook met de Rekenkamer eens dat een uitbreiding van de coördinatietaak van OLAF ten opzichte van de instanties van de lidstaten niet ten koste mag gaan van de onderzoektaak van het Bureau;
46. begrüßt, dass die erwähnten Empfehlungen des Rechnungshofes sich mit der Position decken, die das Europäische Parlament bereits in seiner Entschließung vom 4. Dezember 2003 zu dem Bericht der Kommission über die Bewertung der Tätigkeiten des Europäischen Amtes für Betrugsbekämpfung (OLAF) formuliert hat; ist sich mit dem Rechnungshof auch darin einig, dass eine Ausdehnung der Koordinierungsfunktion von OLAF gegenüber den Dienststellen der Mitgliedstaaten nicht auf Kosten der Untersuchungsaktivitäten des Amtes gehen darf;