B. overwegende dat de intrekking van de vier voorstellen betreffende het statuut van de Europese vereniging, het statuut van de Europese onderlinge maatschappij en de rol van de werknemers daarin niet kan worden gerechtvaardigd met een verwijzing naar de beginselen van betere regelgeving, omdat die voorstellen juist zijn gericht op verbetering van het regelgevingskader in het belang van de Europese burgers en daarom in geen geval kunnen worden gelijkgesteld met het opleggen van nodeloze bureaucratische lasten,
B. in der Erwägung, dass die Rücknahme der vier Vorschläge betreffend das Statut des Europäischen Vereins, das Statut der Europäischen Gegenseitigkeitsgesellschaft und die jeweilige Rolle der Arbeitnehmer nicht im Lichte der Grundsätze der besseren Rechtsetzung gerechtfertigt werden kann, da diese Vorschläge darauf abzielen, das Regelungsumfeld im Interesse der europäischen Bürger tatsächlich zu verbessern, und deshalb in keiner Weise mit der Auferlegung überflüssiger bürokratischer Belastungen gleichgesetzt werden können,