Aangezien tijdens het rijden onder normale omstandigheden geen elektrische verbindingen tussen het voertuig en de omgeving bestaan, treden tussen het voertuig en zijn omgeving geen transiënte geleidingsverschijnselen op.
Da während einer normalen Fahrt keine äußeren elektrischen Verbindungen an Kraftfahrzeuge angeschlossen sind, werden hinsichtlich des äußeren Umfelds keine leitungsgeführten Störgrößen erzeugt.