2. Voor de toepassing van artikel 31, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 wordt onder "snelgroeiende soorten met korte omlooptijd" verstaan, soorten waarvan de omlooptijd, zijnde de tijd tussen twee oogstvellingen op dezelfde plaats, minder dan 15 jaar bedraagt.
(2) Im Sinne von Artikel 31 Absatz 3 Unterabsatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1257/1999 sind "schnellwachsende Arten mit kurzer Umtriebszeit" Arten, deren Umtriebszeit (Spanne zwischen zwei Erntehieben am selben Ort) weniger als 15 Jahre beträgt.