9. herinnert eraan dat omroepen pluralistische audiovisuele inhoud van hoge kwaliteit moeten kunnen aanbieden, met gebruikmaking van de bestaande zendplatforms, waaronder begrepen terrestrische platforms, evenals breedbandnetten, met name voor on demand-diensten, op voorwaarde dat de breedbandnetten wat betreft de kwaliteit van hun diensten aan dezelfde eisen voldoen en streven naar een zo groot mogelijke spectrumefficiency en een zo groot mogelijk bereik;
9. weist darauf hin, dass die Rundfunkanstalten in der Lage sein sollten, hochwertige pluralistische audiovisuelle Angebote auszustrahlen, indem sie die vorhandenen Verbreitungsmöglichkeiten, einschließlich terrestrischer Möglichkeiten und der Breitbandnetze, insbesondere für Abrufdienste nutzen, unter der Voraussetzung, dass die Breitbandnetze hinsichtlich der Qualität der Dienstleistungen dieselben Anforderungen erfüllen und so ausgelegt sind, dass die Effizienz der Frequenznutzung und ihre Reichweite maximiert werden sollen;