Rekening houdend met de bijzondere positie van omroeporganisaties als producenten van audio- en audiovisueel materiaal en de noodzaak om maatregelen te nemen om het fenomeen van verweesde werken in de toekomst aan banden te leggen, is het aangewezen een einddatum te bepalen met betrekking tot de toepassing van deze richtlijn in zoverre het werken in de archieven van omroeporganisaties aangaat.
Unter Berücksichtigung der besonderen Position von Rundfunkanstalten als Produzenten von Ton- und audiovisuellem Material und der Tatsache, dass es notwendig ist, Maßnahmen zu beschließen, um das Vorkommen verwaister Werke in der Zukunft zu begrenzen, ist es angemessen, einen Stichtag hinsichtlich der Anwendung dieser Richtlinie festzulegen, soweit die in den Archiven von Rundfunkanstalten enthaltenen Werke betroffen sind.