Schendt artikel 21, lid 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet en de artikelen 6 en 14 van het EVRM-verdrag, in de mate dat die bepaling voorziet dat de verzoekende partij die, in een cassatievoorziening tegen een beslissing van een administr
atief rechtscollege omtrent politieke subjectieve rechten bij de Raad van State, in geval van het laattijdig indienen van een memorie van wederantwoord, van rechtswege zijn belang bij de procedure verliest daar waar, anderzijds, luidens artikel 1094 Ger. Wb.,
...[+++]de verzoekende partij die, in een cassatievoorziening tegen een beslissing van een administratief rechtscollege omtrent politieke subjectieve rechten bij het Hof van Cassatie, laattijdig gebruik maakt van de mogelijkheid om een memorie van wederantwoord in te dienen, niet gesanctioneerd wordt met het verval van het cassatieberoep ?Verstösst Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, einzeln oder in Verbindung mit den Artikeln 144 und 145 der Verfassung und den Artikeln 6 und 14 EMRK, indem diese Bestimmung vorsieht, dass die klagende Partei, die beim Staatsrat Kassationsklage gegen eine Entscheidung einer Verwaltungsg
erichtsbarkeit über politische subjektive Rechte erhebt, im Falle der verspäteten Einreichung eines Gegenerwiderungsschriftsatzes von Rechts wegen ihr Interesse am Verfahren verliert, wohingegen laut Artikel 1094 des Gerichtsgesetzbuches die klagende Partei, die beim Kassationshof Kassa
...[+++]tionsklage gegen eine Entscheidung einer Verwaltungsgerichtsbarkeit über politische subjektive Rechte erhebt, bei verspäteter Nutzung der Möglichkeit, einen Gegenerwiderungsschriftsatz einzureichen, nicht mit dem Verfall der Kassationsklage bestraft wird?