Dienaangaande stelt het Hof vast dat overwegingen van culturele, zedelijke of religieuze aard beperkingen op de vrijheid van dienstverrichting van gokbedrijven kunnen rechtvaardigen, met name voor zover het onaanvaardbaar kan worden geacht dat particulier profijt wordt getrokken uit de exploitatie van een maatschappelijke kwaal of uit de zwakheid van spelers en hun tegenslag.
Hierzu stellt der Gerichtshof fest, dass kulturelle, sittliche oder religiöse Erwägungen Beschränkungen der Dienstleistungsfreiheit von Glücksspielveranstaltern rechtfertigen können, da es insbesondere als inakzeptabel angesehen werden könnte, zuzulassen, dass durch die Ausnutzung eines sozialen Übels oder der Schwäche und des Unglücks der Spieler private Gewinne erzielt werden.