Meer in het bijzonder wordt het bestreden decreet verweten op onverantwoorde wijze de stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen betreffende een aantal a priori onbepaalde en onbepaalbare projecten (artikelen 1 tot 4 van het voormelde decreet) en betreffende verscheidene specifieke projecten (artikelen 5, 6 en 15 tot 18 van hetzelfde decreet) aan de toetsing van de Raad van State te onttrekken om ze aan de toetsing van het Hof te onderwerpen, terwijl het Hof niet even uitgebreide beroepsmogelijkheden zou bieden als diegene die openstaan voor belanghebbende derden voor de Raad van State.
Dem angefochtenen Dekret wird insbesondere vorgeworfen, die Städtebau- und Umweltgenehmigungen bezüglich einer Reihe von a priori unbestimmten und unbestimmbaren Projekten (Artikel 1 bis 4 des vorerwähnten Dekrets) sowie mehrerer spezifischer Projekte (Artikeln 5, 6 und 15 bis 18 desselben Dekrets) auf ungerechtfertigte Weise der Kontrolle des Staatsrates zu entziehen, um sie der Kontrolle des Gerichtshofes zu unterbreiten, obwohl dieser keine so ausgedehnten Einspruchsmöglichkeiten biete wie diejenigen, die den Interesse habenden Dritten vor dem Staatsrat möglich seien.