Traduction de «onder vennootschapsvorm geëxploiteerde familiale ondernemingen » (Néerlandais → Allemand) :

« Om [.] pogingen tot belastingontwijking te voorkomen die onder vennootschapsvorm geëxploiteerde familiale ondernemingen kunnen ondernemen door een gedeelte van de normale bezoldigingen van de exploitanten om te zetten in dividenden of in inkomsten van belegde kapitalen waarvoor de roerende voorheffing bevrijdend is, meent de Regering dat het past - en tevens volstaat - die vennootschappen niet meer tegen de huidige verlaagde tarieven aan de vennootschapsbelasting te onderwerpen als de vergoeding van het werkelijk afbetaalde maatschappelijk kapitaal dat bij het begin van het belastbaar tijdperk, nog is terug te betalen, meer bedraagt dan 13 %, d.w.z. wanneer het bedrag van de dividenden of van de inkomsten van de belegde kapitalen hoger is dan 13 % van dat kapitaal » (Parl. St., Kamer, 1983-1984, nr. 758/1, p. 4, en nr. 758/15, p. 49).
« Zur Unterbindung von Bestrebungen zur Steuerumgehung seitens in Gesellschaftsform betriebener Familienunternehmen, die einen Teil der normalen Entlohnung der Betreiber in Dividenden oder in Kapitalerträge umwandeln, für die der befreiende Mobiliensteuervorabzug gilt, meint die Regierung, dass es angebracht - und ausreichend - ist, diese Gesellschaften nicht mehr zu den bisherigen ermässigten Sätzen der Gesellschaftssteuer zu unterwerfen, wenn die Vergütung des zu Beginn des Besteuerungszeitraums tatsächlich eingezahlten und zurückzuzahlenden Kapitals 13 Prozent übersteigt, d.h. wenn der Betrag der Dividenden oder Kapitalerträge 13 Prozent dieses Kapitals übersteigt » (Parl. Dok., Kammer, 1983-1984, Nr. 758/1, S. 4, und Nr. 458/15, S. 49).

Voor voertuigen bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), b) en c), zorgen de lidstaten ervoor dat de informatie over het aantal en de ernst van de in bijlage II en, waar van toepassing, bijlage III bedoelde gebreken, aangetroffen op door individuele ondernemingen geëxploiteerde voertuigen, wordt ingevoerd in het krachtens artikel 9 van Richtlijn 2006/22/EG opgezette risicoclassificatiesysteem.
Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass für Fahrzeuge gemäß Artikel 2 Nummer 1 Buchstaben a, b und c Angaben über Zahl und Schwere der in Anhang II und gegebenenfalls in Anhang III aufgelisteten Mängel, die an von einzelnen Unternehmen betriebenen Fahrzeugen festgestellt werden, in das nach Artikel 9 der Richtlinie 2006/22/EG errichtete Risikoeinstufungssystem eingegeben werden.

Voor voertuigen bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), b) en c), zorgen de lidstaten ervoor dat de informatie over het aantal en de ernst van de in bijlage III en, waar van toepassing, bijlage IV bedoelde gebreken, aangetroffen op door individuele ondernemingen geëxploiteerde voertuigen, wordt ingevoerd in het krachtens artikel 9 van Richtlijn 2006/22/EG opgezette risicoclassificatiesysteem .
Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass für Fahrzeuge gemäß Artikel 2 Nummer 1 Buchstaben a, b und c Angaben über Zahl und Schwere der in Anhang II und gegebenenfalls in Anhang III aufgelisteten Mängel, die an von einzelnen Unternehmen betriebenen Fahrzeugen festgestellt werden, in das nach Artikel 9 der Richtlinie 2006/22/EG errichtete Risikoeinstufungssystem eingegeben werden .

Ofschoon het voortbestaan van familiale ondernemingen en het waarborgen van tewerkstelling in die ondernemingen, in bepaalde gevallen en onder bepaalde omstandigheden, een aanvaardbare rechtvaardiging kunnen vormen voor een gewestelijke regeling die een belastingvoordeel toekent, is niet aangetoond dat die rechtvaardiging te dezen voorhanden is (ibid., punt 26).
Obwohl die Kontinuität von Familienunternehmen und die Beschäftigungsgarantien in diesen Unternehmen in bestimmten Fällen und unter bestimmten Bedingungen eine annehmbare Rechtfertigung für eine regionale Regelung, mit der ein Steuervorteil gewährt wird, darstellen können, wurde nicht nachgewiesen, dass diese Rechtfertigung im vorliegenden Fall vorhanden ist (ebenda, Randnr. 26).

52. verwelkomt het initiatief van de Commissie om een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de Europese besloten vennootschap (EPC), die op brede steun kan rekenen onder de betrokken actoren; dringt er verder bij de Commissie op aan in deze studie de minimumeisen met betrekking tot kapitaal bij de oprichting van een Europese vennootschap overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) tegen het licht te houden, of een voorstel voor een nieuwe Europese vennootschapsvorm te presenteren die is toegesneden op kleine en middelgrote ondernemingen; een vereist minimumkapitaal van 120 000 EUR maakt het voor kleine en middelgrote ondernemingen moeilijk om de Europese vennootschap als model te gebruiken;
52. begrüßt die Initiative der Kommission, eine Durchführbarkeitsstudie über die europäische Privatgesellschaft (EPG) in Auftrag zu geben, die auf breite Unterstützung bei den betroffenen Wirtschaftsakteuren stößt, fordert die Kommission ferner auf, in dieser Durchführbarkeitsstudie die Mindestkapitalanforderungen bei der Gründung einer europäischen Gesellschaft (SE) im Einklang mit der Verordnung (EG) 2157/2001 des Rates vom 8. Oktober 2001 über das Statut der Europäischen Gesellschaft (SE) zu prüfen oder einen Vorschlag für eine neue europäische Unternehmensform zu unterbreiten, die den kleinen und mittleren Unternehmen angepasst ist. Die Mindestanforderungen an das Kapital von 120 000 Euro macht es für kleine und mittlere Unternehmen schwer, sich für die Unternehmensform der SE zu entscheiden;

46. verwelkomt het initiatief van de Commissie om een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de Europese besloten vennootschap (EPC), die op brede steun kan rekenen onder de betrokken actoren; dringt er verder bij de Commissie op aan in deze studie de minimumeisen met betrekking tot kapitaal bij de oprichting van een Europese vennootschap (SE) (verordening (EG) van de Raad nr. 2157/2001) tegen het licht te houden, of een voorstel voor een nieuwe Europese vennootschapsvorm te presenteren die is toegesneden op kleine en middelgrote ondernemingen; een vereist minimumkapitaal van 120.000 € maakt het voor kleine en middelgrote ondernemingen moeilijk om de Europese vennootschap als model te gebruiken;
46. begrüßt die Initiative der Kommission, eine Durchführbarkeitsstudie über die europäische Privatgesellschaft (EPG) in Auftrag zu geben, die auf breite Unterstützung bei den betroffenen Wirtschaftsakteuren stößt, fordert ferner den Industrieausschuss der Kommission auf, in dieser Durchführbarkeitsstudie die Mindestanforderungen an Kapital bei der Gründung einer europäischen Gesellschaft (Societas europaea - SE), Verordnung des Rates (EG) 2157/2001, zu prüfen oder einen Vorschlag für eine neue europäische Unternehmensform zu unterbreiten, die den kleinen und mittleren Unternehmen angepasst ist. Die Mindestanforderungen an das Kapital von 120.000 Euro macht es für kleine und mittlere Unternehmen schwer, sich für die Unternehmensform der europäischen Gesellschaft (SE) zu entscheiden;

7. verwelkomt het initiatief van de Commissie om een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de Europese besloten vennootschap (EPC), die op brede steun kan rekenen onder de betrokken actoren; dringt er verder bij de Commissie op aan in deze studie de minimumeisen met betrekking tot kapitaal bij de oprichting van een Europese vennootschap (SE) (verordening van de Raad nr. 2157/2001) tegen het licht te houden, of een voorstel voor een nieuwe Europese vennootschapsvorm te presenteren die is toegesneden op kleine en middelgrote ondernemingen; een vereist minimumkapitaal van 120.000 € maakt het voor kleine en middelgrote ondernemingen moeilijk om de Europese vennootschap als model te gebruiken;
7. begrüßt die Initiative der Kommission, eine Durchführbarkeitsstudie über die europäische Privatgesellschaft (EPG) in Auftrag zu geben, die auf breite Unterstützung bei den betroffenen Wirtschaftsakteuren stößt, fordert ferner den Industrieausschuss der Kommission auf, in dieser Durchführbarkeitsstudie die Mindestanforderungen an Kapital bei der Gründung einer europäischen Gesellschaft (Societas europaea - SE), Verordnung des Rates 2157/2001, zu prüfen oder einen Vorschlag für eine neue europäische Unternehmensform zu unterbreiten, die den kleinen und mittleren Unternehmen angepasst ist. Die Mindestanforderungen an das Kapital von 120.000 Euro macht es für kleine und mittlere Unternehmen schwer, sich für die Unternehmensform der europäischen Gesellschaft (SE) zu entscheiden;

Ook zal de Commissie alle beschikbare gegevens opvragen waaruit blijkt dat alle schepen die geëxploiteerd worden door ondernemingen die onder de maatregelen vallen, aan de desbetreffende internationale en communautaire veiligheidsnormen, inclusief die welke op de arbeidsvoorwaarden aan boord betrekking hebben, voldoen.
Ferner wünscht die Kommission den Nachweis, dass alle Schiffe von Unternehmen, denen diese Maßnahmen zugute kommen, die einschlägigen internationalen und gemeinschaftlichen Sicherheitsnormen einschließlich derjenigen für die Arbeitsbedingungen an Bord einhalten.

Deze maatregelen ontslaan ondernemingen die onder verschillende rechtssystemen ressorteren, evenwel niet van de verplichting een vennootschapsvorm naar een bepaald nationaal recht te kiezen.
Dies erspart Unternehmen, die verschiedenen Rechtsordnungen unterliegen, jedoch nicht die Wahl einer Gesellschaftsform, für die ein bestimmtes nationales Recht gilt.