5. Wanneer de bevoegde autoriteiten naar aanleiding van de officiële controles als bedoeld in lid 1, onder c), vaststellen dat dieren niet in staat zijn de reis te voltooien, bevelen zij dat de dieren worden gelost en water, voeder en rust krijgen totdat zij weer in staat zijn om de reis voort te zetten.
(5) Stellen die zuständigen Behörden bei den amtlichen Kontrollen gemäß Absatz 2 Buchstabe c fest, dass die Tiere nicht transportfähig sind, so ordnen sie an, dass die Tiere entladen, getränkt, gefüttert und untergebracht werden, bis sie wieder transportfähig sind.