2. Schenden artikel 147, derde lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde alsmede de artikelen 100/1 en 100/2 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij een rechter in het gerechtelijk arrondissement Eupen een functionele mobiliteit opleggen, d.w.z. een benoeming in subsidiaire orde in de andere rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement opdringen, zonder dat deze daarmee akkoord gaat, hoewel alle andere gevallen van functionele mobiliteit die door de wetgever zijn georganiseerd, de instemming van de desbetreffende magistraat vereisen
...[+++] (zie artikel 65 van het Gerechtelijk Wetboek voor de vrederechter die als politierechter zitting neemt en omgekeerd, de artikelen 98 en 99ter van het Gerechtelijk Wetboek (en in het bijzonder artikel 98, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek) voor de rechter in handelszaken die in de rechtbank van eerste aanleg of in de arbeidsrechtbank zitting neemt, de arbeidsrechter die in de rechtbank van koophandel of in de rechtbank van eerste aanleg zitting neemt, of de rechter die in de rechtbank van eerste aanleg zitting neemt, maar in de arbeidsrechtbank of in de rechtbank van koophandel zitting moet nemen) ?2. Schänden die Artikel 147, Absatz 3 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 über die Reform der Gerichtsbezirke und die Mobilität, sowie die Artikel 100/1 und 100/2 des GGB die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie einem Richter im Gerichtsbezirk Eupen eine funktionale Mobilität auferlegen, d.h. eine nebensächliche Ernen
nung an den jeweils anderen Gerichten des Gerichtsbezirks aufzwingen, ohne dass dieser damit einverstanden ist, obwohl alle anderen Fälle der funktionalen Mobilität, die durch den Gesetzgeber organisiert worden sind das Einverständnis des entsprechenden Magistraten bedürfen (siehe Artikel 65 GGB für den Friedenrichter,
...[+++] der als Polizeirichter tagt und umgekehrt, Artikel 98 bis 99ter des GGB (und im Besonderen 98, Abs. 4 GGB) für den Handelsrichter, der am Gericht Erster Instanz oder am Arbeitsgericht tagt, den Arbeitsrichter, der am Handelsgericht oder am Gericht Erster Instanz tagt oder der Richter, der am Gericht Erster Instanz tagt, jedoch am Arbeitsgericht oder am Handelsgericht tagen soll)?