Indien een lidstaat op zijn eigen onderdanen regels toepast die minder gunstig zijn dan die van de richtlijn, zou de wettelijke status van onderdanen van derde landen erop kunnen achteruitgaan nadat zij de nationaliteit hebben verworven van een lidstaat die op dit punt minder gunstige regels op zijn onderdanen toepast.
Wendet ein Mitgliedstaat für die eigenen Staatsbürger Vorschriften an, die weniger günstig sind als die Bestimmungen der Richtlinie, so könnte sich die Rechtsstellung von Drittstaatsangehörigen in diesem Mitgliedstaat – für dessen eigene Bürger diesbezüglich weniger günstige Regelungen gelten – nach Erwerb der Staatsangehörigkeit des betreffenden Mitgliedstaats verschlechtern.