4. is van oordeel dat de lidstaten de toegang tot audiovisuele mediadiensten moeten waarborgen; ondererkent de verschillende bedrijfsmodellen die bestaan voor de financiering van inhoud en benadrukt het belang van betaalbare toegang voor verschillende consumenten;
4. vertritt die Ansicht, dass die Mitgliedstaaten die Zugänglichkeit audiovisueller Mediendienste sicherstellen sollten; erkennt die verschiedenen Geschäftsmodelle an, mit denen Inhalte finanziert werden, und betont, dass der Zugang für unterschiedliche Verbraucher erschwinglich sein muss;