28. wijst erop dat een grote ondernemingsomvang duidelijke en bekende economische voordelen heeft (schaal- en assortimentsvoordelen) waardoor de kosten en dus de prijzen lager liggen; benadrukt echter dat met een beleid ter verbetering van de voedselvoorzieningsketen de totstandkoming moet worden aangemoedigd van operationele stelsels die d
e landbouwsector in staat stellen deze voordel
en uit te buiten (bijvoorbeeld clusters, netwerken en brancheorganisaties) en weerstand te bie
den aan de druk die ondernemingen ...[+++] in de volgende stadia van de keten uitoefenen op de winstmarges;
28. verweist darauf, dass Großunternehmen bekanntermaßen eindeutige wirtschaftliche Vorteile (Größen- und Verbundvorteile) haben, die zur Senkung der Kosten und damit der Preise führen; betont jedoch, dass Maßnahmen zur Verbesserung der Lebensmittelversorgungskette die Schaffung von operativen Systemen im Hinblick auf die Nutzung dieser Vorteile durch den Agrarsektor fördern sollten (z. B. Cluster, Netzwerke, Branchenverbände), damit die nachgeordneten Unternehmen in der Lage sind, dem Druck auf ihre Gewinnmargen standzuhalten;