40. wijst erop dat de geleidelijke opheffing van het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina en het terugschroeven van de VN-presentie in Kosovo met het oog op de aanstaande vaststelling van de definitieve status leiden tot grotere verantwoordelijkheden en een uitbreiding van de taken van de Europese Unie in de regio; is in dit verband ingenomen met de eerste inspanningen die tot dusver doo
r de Commissie zijn ondernomen, maar dringt aan op een al omvattende en gecoördineerde strategie voor de lange termijn teneinde bij te dragen tot het stabiliseren van de situatie en het vinden van een duurzame oplossing die in overeen
stemming i ...[+++]s met een concreet lidmaatschapsperspectief voor alle landen op de Westelijke Balkan;
40. weist darauf hin, dass die Einstellung der Tätigkeit des Büros des Hohen Vertreters in Bosnien-Herzegowina und die Verringerung der UN-Präsenz im Kosovo im Hinblick auf die geplante Festlegung des endgültigen Status die Verantwortlichkeiten und Aufgaben der EU in der Region ausweitet; befürwortet in diesem Zusammenhang die bisherigen ersten Anstrengungen der Kommission, fordert jedoch eine umfassende und koordinierte langfristige Strategie, die zur Stabilisierung der Situation und zur Suche nach einer langfristigen Regelung im Einklang mit einer konkreten Perspektive für eine Mitgliedschaft aller Westbalkanländer beiträgt;