3. Wanneer een lidstaat lid 1, lid 2 of lid 2 bis toepast, zorgt hij ervoor dat de overschrijding van de grenswaarde voor de onderscheiden verontreinigende stoffen, rekening houdend met een verhoging als bedoeld in artikel 30bis, niet meer bedraagt dan de maximale overschrijdingsmarge die voor elke betrokken verontreinigende stof in de bijlagen XI en XIV is vastgesteld.
3. In Anwendung der Absätze 1, 2 beziehungsweise 2a stellen die Mitgliedstaaten sicher, dass der Grenzwert für jeden Schadstoff nach Berücksichtigung einer Erhöhung gemäß Artikel 30a nicht um mehr als die für jeden der betroffenen Schadstoffe in den Anhängen XI oder XIV festgelegte maximale Toleranzmarge überschritten wird.