2. De lidstaten zorgen ervoor dat derde partijen die, overeenkomstig de in hun nationale wetgeving vastgelegde normen, een legitiem belang hebben bij waarborging van de naleving van deze richtlijn, namens of ter ondersteuning van een illegaal tewerkgestelde onderdaan van een derde land met diens instemming administratieve of burgerlijke procedures kunnen aanspannen met het oog op tenuitvoerlegging van deze richtlijn.
(2) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass Dritte, die gemäß den in ihrem innerstaatlichen Recht festgelegten Kriterien ein berechtigtes Interesse daran haben, für die Einhaltung dieser Richtlinie zu sorgen, sich entweder im Namen illegal beschäftigter Drittstaatsangehöriger oder zu deren Unterstützung mit deren Einwilligung an Verwaltungs- oder zivilrechtlichen Verfahren, die zur Umsetzung dieser Richtlinie vorgesehen sind, beteiligen können.