Doordat wordt gepreciseerd dat het aan de wet staat de gevallen en de voorwaarden vast te stellen waarin kan worden afgeweken van het in het voormelde artikel 22 voorgeschreven grondrecht, terwijl in het volgende lid wordt onderstreept dat « de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel [.] de bescherming van dat recht [waarborgen] », kan niet worden betwist dat de Grondwetgever aan de federale wetgever de bevoegdheid heeft willen voorbehouden om afwijkingen van dat recht in te voeren.
Indem der Verfassungsgeber festgelegt habe, dass im Gesetz die Fälle und Bedingungen festgelegt werden müssten, in beziehungsweise unter denen von dem im obenerwähnten Artikel 22 festgelegten Grundrecht abgewichen werden könne, während im folgenden Absatz hervorgehoben werde, dass « das Gesetz, das Dekret oder die in Artikel 134 erwähnte Regel [.] den Schutz dieses Rechtes » gewährleiste, könne nicht angezweifelt werden, dass der Verfassungsgeber dem föderalen Gesetzgeber die Zuständigkeit habe vorbehalten wollen, Abweichungen von diesem Recht vorzusehen.