Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «onderwijs waarbij de verzoekende partijen verweten » (Néerlandais → Allemand) :

Ten aanzien van de door de beide verzoekende partijen verweten schending van het bij artikel 143, § 1, van de Grondwet gewaarborgde beginsel van de federale loyauteit, maken, om dezelfde redenen als die welke in B.10.4 zijn vermeld, de bestreden bepalingen de uitoefening van de bevoegdheden van de gewestwetgevers niet onmogelijk of overdreven moeilijk.

In Bezug auf die durch die beiden klagenden Parteien bemängelte Verletzung des durch Artikel 143 § 1 der Verfassung gewährleisteten Grundsatzes der föderalen Loyalität machen die angefochtenen Bestimmungen aus den gleichen Gründen, wie sie in B.10.4 dargelegt wurden, die Ausübung der Zuständigkeiten der Regionalgesetzgeber nicht unmöglich oder übermäßig schwierig.


In het eerste onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 6173 betogen de verzoekende partijen dat artikel 110/5, § 2, 3°, van de Vlaamse Codex Secundair Onderwijs - dat van minstens één van de ouders die de voorrangsregeling willen genieten bij de inschrijving van hun kind(eren) in het Nederlandstalige secundair onderwijs in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voortaan een taalkennis van het niveau B2 v ...[+++]

Im ersten Teil des ersten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 6173 führen die klagenden Parteien an, dass Artikel 110/5 § 2 Nr. 3 des flämischen Kodex des Sekundarunterrichts - der von zumindest einem der Elternteile, der bei der Einschreibung ihres Kindes bzw. ihrer Kinder im niederländischsprachigen Sekundarunterricht im zweisprachigen Gebiet Brüssel-Hauptstadt in den Vorteil der Vorrangregelung gelangen möchten, eine Sprachkenntnis der Stufe B2 des Gemeinsamen Europäischen Referenzrahmens für Sprachen verlange - einen diskriminieren ...[+++]


In het derde middel in de zaak nr. 6173 betogen de verzoekende partijen dat de bestreden bepaling een schending zou inhouden van de artikelen 10, 11, 24, § 4, en 191 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel, doordat het de voorwaarden die aan de ouders worden gesteld, wijzigt tijdens het studietraject van het kind, dat mogelijk al gedurende negen jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gevolgd vóór de ouders het wensen in te schrijven in het Nederlandstalige secundai ...[+++]

Im dritten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6173 führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtene Bestimmung gegen die Artikel 10, 11, 24 § 4 und 191 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit verstoße, indem dadurch die den Eltern auferlegten Bedingungen während des Bildungsverlaufs des Kindes geändert würden, das möglicherweise schon seit neun Jahren an einem niederländischsprachigen Unterricht teilgenommen habe, bevor die Eltern es in den niederländischsprachigen Sekundarunterricht einzuschreiben wü ...[+++]


Dezelfde verzoekende partijen vorderen in de zaak nr. 6181 ook de vernietiging van artikel 2 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 19 december 2014 houdende wijziging van de Codex Secundair Onderwijs, wat het recht op inschrijving betreft (hierna : decreet van 19 december 2014), dat aan het voormelde artikel 110/5, § 2, van de Codex Secundair Onderwijs een 5° toevoegt, dat bepaalt :

Dieselben klagenden Parteien beantragen in der Rechtssache Nr. 6181 ebenfalls die Nichtigerklärung von Artikel 2 des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 19. Dezember 2014 zur Abänderung des Kodex des Sekundarunterrichts, was das Recht auf Einschreibung betrifft (nachstehend: Dekret vom 19. Dezember 2014), durch das dem vorerwähnten Artikel 110/5 § 2 des Kodex des Sekundarunterrichts eine Nr. 5 hinzugefügt wird, der bestimmt:


De Vlaamse Regering voert aan dat de verzoekende partijen in de verzoekschriften in de zaken nrs. 6187 en 6191 diverse middelen aanvoeren, waarbij het niet altijd duidelijk is in welk opzicht elk van de bestreden bepalingen de door hen aangevoerde referentienormen zou schenden.

Die Flämische Regierung führt an, dass die klagenden Parteien in den Klageschriften in den Rechtssachen Nrn. 6187 und 6191 verschiedene Klagegründe anführten, wobei nicht immer deutlich sei, in welcher Hinsicht die von ihnen angeführten Referenznormen gegen jede der angefochtenen Bestimmungen verstießen.


De verzoekende partijen in de zaak nr. 5746 vorderen, in hoofdorde, de vernietiging van artikel III. 20 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 19 juli 2013 betreffende het Onderwijs XXIII, waarbij een artikel 110/30 over het huisonderwijs in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs (hierna : de Codex Secundair Onderwijs), wordt ingevoegd.

Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 5746 beantragen hauptsächlich die Nichtigerklärung von Artikel III. 20 des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 19. Juli 2013 über den Unterricht XXIII, mit dem ein Artikel 110/30 über den Hausunterricht in den Erlass der Flämischen Regierung vom 17. Dezember 2010 zur Kodifikation bezüglich des Sekundarunterrichts (nachstehend: Kodex des Sekundarunterrichts) eingefügt wird.


Wat de schending van de Grondwet betreft, kan op grond van meerdere arresten van het Hof ervan worden uitgegaan dat gewag moet worden gemaakt van vrijheid in het onderwijs en niet van vrijheid van het onderwijs, waarbij de verzoekende partijen verweten wordt dat zij in het eerste middel hebben nagelaten « de noodzakelijke precisiegraad » aan te geven om « de gegrondheid van hun kritiek concreet aan te tonen ».

In bezug auf den Verstoss gegen die Verfassung könne aufgrund von mehreren Urteilen des Hofes davon ausgegangen werden, dass es um die Freiheit im Unterricht und nicht um die Freiheit des Unterrichts gehe, wobei den klagenden Parteien vorgeworfen werde, dass sie im ersten Klagegrund versäumt hätten, « den notwendigen Genauigkeitsgrad » anzugeben, um « konkret zu beweisen, dass ihre Kritik begründet ist ».


Het eerste middel voert tevens de schending aan van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en van het beginsel van « de voorrang van het recht », alsmede van het recht op een eerlijk proces, waarbij de verzoekende partijen, ter staving van het middel, verscheidene arresten citeren van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Im ersten Klagegrund wird ebenfalls ein Verstoss gegen Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und den Grundsatz des « Vorrangs des Rechts » sowie gegen das Recht auf ein billiges Verfahren angeführt; zur Unterstützung des Klagegrundes zitieren die klagenden Parteien mehrere Urteile des Europäischen Gerichtshofes für Menschenrechte.


Het eerste middel voert tevens de schending aan van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en van het beginsel van « de voorrang van het recht », alsmede van het recht op een eerlijk proces, waarbij de verzoekende partijen, ter staving van die onderdelen van het middel, verscheidene arresten citeren van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Im ersten Klagegrund wird ebenfalls ein Verstoss gegen Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und den Grundsatz « der Vorherrschaft des Rechts » sowie gegen das Recht auf ein gerechtes Verfahren angeführt, wobei die klagenden Parteien zur Untermauerung dieser Teile des Klagegrunds mehrere Urteile des Europäischen Gerichtshofes für Menschenrechte anführen.


- toegepast onderzoek op het gebied van opleiding in de media waarbij alle belanghebbende partijen betrokken zijn (onderwijs, officiële en vrijwilligersorganisaties op het gebied van kinderwelzijn, ouderverenigingen, bedrijfsleven en rechtshandhavingsdiensten), teneinde nieuwe educatieve en technologische middelen te ontdekken die kinderen kunnen beschermen.

- angewandte Forschungsarbeiten im Bereich der Medienbildung über die Nutzung der neuen Technologien durch Kinder unter Einbeziehung aller interessierten Kreise (beispielsweise Erzieher, staatliche und private Kinderfürsorgestellen, Elternverbände, Industrie, Strafverfolgung); dabei soll ermittelt werden, mit welchen pädagogischen und technischen Mitteln Kinder vor Schaden bewahrt werden können.


w