Om te beginnen moet erop worden gewezen dat ofschoon blijkens artikel 25, tweede alinea, van het Statuut elk besluit dat krachtens het Statuut wordt genomen en voor de betrokkene bezwarend kan zijn, met redenen moet worden omkleed, die motiveringsplicht met betrekking tot de besluiten van een jury van een vergelijkend onderzoek moet worden verzoend met de inachtneming van het in artikel 6 van bijlage III bij het Statuut geformuleerde beginsel dat de werkzaamheden van de jury geheim zijn (arrest Hof van 4 juli 1996, Parlement/Innamorati, C‑254/95 P, punt 24).
Zunächst ist festzustellen, dass zwar nach Art. 25 Abs. 2 des Statuts jede Entscheidung, die aufgrund des Statuts getroffen wird und den Adressaten beschweren kann, mit Gründen versehen sein muss, diese Begründungspflicht bei Entscheidungen eines Prüfungsausschusses jedoch mit der Wahrung der Geheimhaltung in Einklang zu bringen ist, die nach Art. 6 des Anhangs III des Statuts für die Arbeiten des Prüfungsausschusses gilt (Urteil des Gerichtshofs vom 4. Juli 1996, Parlament/Innamorati, C‑254/95 P, Rn. 24).