19. neemt kennis van het feit dat het naar aanleiding van paragraaf 1, sub j, van de resolutie van 13 april 2000 ingele
ide administratieve onderzoek naar tekortkomingen bij de omgang met kernmateriaal in het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek leidde tot de conclusie dat er geen onregelmatigheden
vastgesteld konden worden; betreurt dat de Commissie tot dusver geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek om toezending van het onderzoekverslag; stelt vast dat derha
lve niet kan worden nagegaan ...[+++], of verwijten dat dit onderzoek niet met de nodige objectiviteit verricht zou zijn, al dan niet juist zijn;
19. nimmt zur Kenntnis, dass die im Anschluss an Ziffer 1 Buchstabe j seiner oben genannten Entschließung vom 13. April 2000 eingeleitete administrative Untersuchung zu Schwachstellen beim Umgang der Gemeinsamen Forschungsstelle mit Nuklearmaterial mit dem Ergebnis endete, dass keinerlei Unregelmäßigkeiten festzustellen gewesen seien; bedauert, dass die Kommission bislang der Bitte nicht Folge geleistet hat, den Untersuchungsbericht zu übermitteln; stellt fest, dass es deshalb nicht möglich ist zu prüfen, ob Vorwürfe, diese Untersuchung sei nicht mit der nötigen Objektivität geführt worden, zutreffen oder nicht;