- De artikelen 44, 45 en 75 van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 20, 21 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, indien zij worden geïnterpreteerd in die zin dat zij een jurisdictioneel beroep uitsluiten tegen de handelingen of beslissingen van het auditoraat bij de Raad voor de Mededinging die betrekking hebben op beslagleggingen die zijn uitgevoerd tijdens een huiszoeking verricht in het kader van een onderzoeksprocedure betreffende restrictieve mededingingspraktijken.
- Die Artikel 44, 45 und 75 des am 15. September 2006 koordinierten Gesetzes über den Schutz des wirtschaftlichen Wettbewerbs verstossen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 20, 21 und 47 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, wenn sie dahingehend ausgelegt werden, dass sie eine gerichtliche Beschwerde gegen Akte oder Entscheidungen des Auditorats beim Wettbewerbsrat, die sich auf Beschlagnahmen beziehen, welche während einer im Rahmen eines Untersuchungsverfahrens in Bezug auf wettbewerbsbeschränkende Praktiken durchgeführten Haussuchung vorgenommen wurden, ausschliessen.