16. is van mening dat het belang van een buitenlands beleid op het gebied van energiezekerheid, waaronder de afhankelijkheid van de EU van energie en andere strategische toevoer uit onstabiele en ondemocratische landen en regio’s, zal blijven toenemen; beveelt brede diversificatie van energiebronnen en energie-transportroutes en een grotere energie-efficiëntie aan, alsmede solidariteit in energiebeleid tussen de lids
taten; betreurt de ongecoördineerde sluiting van bilaterale energieakkoorden door lidstaten, wat de belangen ondermijnt en de strategische projecten ondergraaft van de EU als geheel en die van andere lidstaten; onderstreep
...[+++]t het strategisch belang van de Nabucco-pijpleiding voor de energiezekerheid van de Europese Unie en roept de Commissie en de Raad op om zich zo spoedig mogelijk alle middelen te mobiliseren voor de succesvolle tenuitvoerlegging van dit project; roept opnieuw op tot het creëren van de functie van hoge ambtenaar voor het buitenlandse energiebeleid onder auspiciën van de in de toekomst van een dubbele functie voorziene Hoge Vertegenwoordiger/vice-voorzitter van de Commissie, die verantwoordelijk is voor het coördineren van de activiteiten van de Europese Unie op dit gebied; betreurt het uitblijven van een reactie van de Raad en de Commissie op bovengenoemde resolutie van het Parlement van 26 september 2007; 16. vertritt die Ansicht, dass die Bedeutung der außenpol
itischen Dimension der Energiesicherheit, einschließlich der Abhängigkeit der Union von Energie und anderen strategischen Lieferungen aus instabilen oder undemokratischen Ländern und Regionen weiter zunehmen wird; empfiehlt eine weit reichende Diversifizierung der Energieträger und der Verkehrswege für Energie, die Erhöhung der Energieeffizienz sowie Solidarität unter den EU-Mitgliedstaaten in der Energiesicherungspolitik; bedauert, dass Mitgliedstaaten in unkoordinierter Weise bilaterale Energieabkommen unterzeichnen, was den Interessen der EU insgesamt und der Mitgliedstaaten s
...[+++]chadet und ihre strategischen Projekte in Frage stellt; unterstreicht in diesem Zusammenhang die strategische Bedeutung der Nabucco-Pipeline für die Energiesicherheit der Europäischen Union und fordert die Kommission und den Rat auf, alles in ihrer Macht Stehende zu tun, um dieses Projekt möglichst bald erfolgreich durchzuführen; bekräftigt erneut seine Forderung nach der Schaffung der Position eines Hohen Beauftragten für Energieaußenpolitik, der dem künftigen Hohen Vertreter/Vizepräsidenten der Kommission in Doppelfunktion unterstellt ist und für die Koordinierung der Aktivitäten der EU in diesem Bereich zuständig sein soll; bedauert, dass Rat und Kommission nicht auf die genannte Entschließung des Parlaments vom 26. September 2007 reagiert haben;