Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
In het ongelijk gesteld worden
In het ongelijk gestelde partij
Op een of meer punten in het ongelijk worden gesteld
Op een of meer punten in het ongelijk zijn gesteld
Verliezende partij

Vertaling van "ongelijk werd gesteld " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
op een of meer punten in het ongelijk zijn gesteld

teils obsiegen,teils unterliegen


op een of meer punten in het ongelijk worden gesteld

in einem oder mehreren Punkten unterliegen


partij die geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld

Partei,die mit ihren Anträgen ganz oder teilweise unterlegen ist


in het ongelijk gestelde partij | verliezende partij

unterlegene Partei


in het ongelijk gesteld worden

in der Sache unterliegen


in het ongelijk gesteld worden

in der Sache unterliegen
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Bij zijn arrest nr. 132/2013 van 26 september 2013 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de ambtenaar van de burgerlijke stand kon worden gelegd wanneer hij in het ongelijk werd gesteld in een op grond van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek ingesteld beroep tegen zijn weigering om een huwelijk te voltrekken.

In seinem Entscheid Nr. 132/2013 vom 26. September 2013 hat der Gerichtshof erkannt, dass Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 21. Februar 2010 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstieß, insofern eine Verfahrensentschädigung zu Lasten des Standesbeamten auferlegt werden konnte, wenn er in einer aufgrund von Artikel 167 des Zivilgesetzbuches eingeleiteten Beschwerde gegen seine Entscheidung zur Weigerung der Vornahme einer Trauung unterliegt.


Bij zijn arrest nr. 132/2013 van 26 september 2013 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de ambtenaar van de burgerlijke stand kon worden gelegd wanneer hij in het ongelijk werd gesteld in een op grond van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek ingesteld beroep tegen zijn weigering om een huwelijk te voltrekken.

In seinem Entscheid Nr. 132/2013 vom 26. September 2013 hat der Gerichtshof erkannt, dass Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 21. Februar 2010 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstieß, insofern eine Verfahrensentschädigung zu Lasten des Standesbeamten auferlegt werden konnte, wenn er in einer aufgrund von Artikel 167 des Zivilgesetzbuches eingeleiteten Beschwerde gegen seine Entscheidung zur Weigerung der Vornahme einer Trauung unterliegt.


Bij zijn arrest nr. 132/2013 van 26 september 2013 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de ambtenaar van de burgerlijke stand kon worden gelegd wanneer hij in het ongelijk werd gesteld in een op grond van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek ingesteld beroep tegen zijn weigeringsbeslissing om een huwelijk te voltrekken.

In seinem Entscheid Nr. 132/2013 vom 26. September 2013 hat der Gerichtshof erkannt, dass Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 21. Februar 2010 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstieß, insofern eine Verfahrensentschädigung zu Lasten des Standesbeamten auferlegt werden konnte, wenn er in einer aufgrund von Artikel 167 des Zivilgesetzbuches eingeleiteten Beschwerde gegen seine Entscheidung zur Weigerung der Vornahme einer Trauung unterliegt.


« Schendt artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, aangezien het Grondwettelijk Hof bij het arrest nr. 113/2016 van 22 ...[+++]

« Verstößt Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Zivilpartei, die nicht die Initiative zur Verfolgung ergriffen hat und gegen ein Urteil, mit dem ihre Klage für unzulässig erklärt wurde, nachdem der Angeklagte auf die Strafverfolgung hin verurteilt worden war, Berufung einlegt, nicht zur Zahlung der Verfahrensentschädigung verurteilt werden kann, wenn sie in der Berufungsinstanz unterliegt, wobei der Verfassungsgerichtshof in seinem Entscheid Nr. 113/2016 vom 22. September 2016 für Recht erkannt hat, dass Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen di ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In de prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld.

In der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gefragt, ob Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern die Zivilpartei, die nicht die Initiative zur Verfolgung ergriffen habe und gegen ein Urteil, mit dem ihre Klage für unzulässig erklärt worden sei, nachdem der Angeklagte auf die Strafverfolgung hin verurteilt worden sei, Berufung einlege, nicht zur Zahlung der Verfahrensentschädigung verurteilt werden könne, wenn sie in der Berufungsinstanz unterliege.


Die maatregel werd als « billijk » beschouwd (Parl. St., Kamer, 1947-1948, nr. 129, p. 1) : « De Commissie van de Kamer, zowel als die van de Senaat, en om dezelfde redenen, heeft het billijk geoordeeld dat die kosten ten laste zouden worden gelegd van de werkgever of van zijn verzekeraar, zelfs wanneer de arbeider voor al of een deel van zijn aanspraken in het ongelijk wordt gesteld.

Diese Maßnahme wurde als « fair » betrachtet (Parl. Dok., Kammer, 1947-1948, Nr. 129, S. 1): « Der Ausschuss der Kammer hat ebenso wie derjenige des Senats und aus den gleichen Gründen den Standpunkt vertreten, dass es fair war, diese Kosten dem Arbeitgeber oder seinem Versicherer aufzuerlegen, selbst wenn der Arbeiter für die Gesamtheit oder einen Teil seiner Ansprüche unterliegt.


In zoverre het de strafrechter niet toestaat aan de beklaagde een rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep toe te kennen ten laste van de in het ongelijk gestelde burgerlijke partij die, bij ontstentenis van enig beroep van het openbaar ministerie of van de beklaagde, hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, schendt artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 ...[+++]

Insofern er es dem Strafrichter nicht erlaubt, dem Angeklagten eine Verfahrensentschädigung in der Berufungsinstanz zu Lasten der in der Sache unterliegenden Zivilpartei zu gewähren, die in Ermangelung jeder Rechtsmitteleinlegung seitens der Staatsanwaltschaft oder des Angeklagten Berufung gegen ein Urteil, mit dem ihre Klage für unzulässig erklärt wurde, nachdem der Angeklagte auf die Strafverfolgung hin verurteilt worden war, eingelegt hat, verstößt Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.


De bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 14.2 en 14.3, littera g), van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, wordt derhalve slechts onderzocht in zoverre zij op het vlak van de verhaalbaarheid van de advocatenkosten leidt tot een verschillende behandeling van de beklaagde die werd veroordeeld en de burgerlijke partij die in het ongelijk werd gesteld in haar burgerlijke vordering wanneer zij haar vordering heeft doen aansluiten bij ...[+++]

Die Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikel 14 Absätze 2 und 3 Buchstabe g) des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, wird deshalb lediglich insofern geprüft, als sie in Bezug auf die Rückforderbarkeit der Rechtsanwaltskosten dazu führt, dass ein verurteilter Angeklagter anders behandelt wird als eine Zivilpartei, die in ihrer Zivilklage unterliegt, wenn sie ihre Klage der von der Staatsanwaltschaft eingeleiteten Strafverfolgung angeschlossen hat.


Ingevolge de vervanging van artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering bij artikel 31 van de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek (Belgisch Staatsblad , 2 april 1998, eerste uitgave) is de kamer van inbeschuldigingstelling niet langer verplicht de burgerlijke partij die in het ongelijk werd gesteld in het hoger beroep (« verzet ») dat zij op grond van het vroegere artikel 135 van hetzelfde Wetboek had ingesteld tegen de beschikkingen van de raadkamer die het voortzetten van de strafvordering in de weg stonden, te veroordelen tot schade ...[+++]

Infolge des Ersatzes von Artikel 136 des Strafprozessgesetzbuches durch Artikel 31 des Gesetzes vom 12. März 1998 zur Verbesserung des Strafverfahrens im Stadium der Voruntersuchung und der gerichtlichen Untersuchung (Belgisches Staatsblatt, 2. April 1998, erste Ausgabe) ist die Anklagekammer nicht mehr verpflichtet, die Zivilpartei, die in der Berufungsinstanz (« Einspruch ») das Verfahren verloren hat, das sie aufgrund des früheren Artikels 135 desselben Gesetzbuches gegen die Beschlüsse der Ratskammer, die einer Weiterführung der Strafverfolgung im Wege standen, eingeleitet hatte, zum Schadensersatz gegenüber dem Beschuldigten zu veru ...[+++]


« Schendt artikel 136 Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het oplegt de burgerlijke partij, die in haar verzet tegen een beschikking van de raadkamer tot buitenvervolgingstelling in het ongelijk wordt gesteld, steeds, en in alle omstandigheden, tot schadevergoeding te veroordelen, daar waar andere procespartijen die wettelijke rechtsmiddelen aanwenden tegen rechterlijke beslissingen slechts tot schadevergoeding veroordeeld kunnen worden wanneer vastgesteld wordt dat het rechtsmiddel foutief, res ...[+++]

« Verstösst Artikel 136 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er die Verpflichtung auferlegt, die Zivilpartei, deren Einspruch gegen eine Verfahrenseinstellungsanordnung der Ratskammer abgelehnt wurde, immer und unter allen Umständen zur Schadensersatzleistung zu verurteilen, während andere Prozessparteien, die gesetzliche Rechtsmittel gegen richterliche Entscheidungen einlegen, nur dann zur Schadensersatzleistung verurteilt werden können, wenn festgestellt wird, dass das Rechtsmittel auf fehlerhafte bzw. schikanöse und leichtfertige Art eingelegt wurde?




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ongelijk werd gesteld' ->

Date index: 2023-11-15
w