W. overwegende dat de slachtofferhulp en de sociaaleconomische herintegratie van slachtoffers van mijnen, als genoemd in artikel 6 van het Verdrag van Ottawa, moeten worden verbeterd; overwegende dat er in de wereld naar schatting 450.000 - 500.000 overlevenden van explosies van landmijnen zijn en dat het aa
ntal mensen die een ongeluk met een landmijn of onontplofte munitie overleven en die zorg en revalidatie nodig hebben toeneemt; overwegende dat driekwart van de geregistreerde dodelijke slachtoffers burgers, en 34% van deze
burgerslachtoffers kinderen waren ...[+++],
W. in der Erwägung, dass die in Artikel 6 des Ottawa-Übereinkommens geforderte Unterstützung der Opfer und die sozioökonomische Reintegration von Minenopfern verbessert werden muss; in der Erwägung, dass es weltweit ca. 450 000–500 000 Überlebende gibt und dass die Zahl der Menschen, die einen Unfall mit Landminen oder nicht detonierten Kampfmitteln überlebt haben und Fürsorge und Rehabilitation benötigen, zunimmt; in der Erwägung, dass es sich in drei Vierteln der bekannten Fälle um Zivilisten handelt, von denen 34 % Kinder waren,