Zij zijn van mening dat de bestreden bepaling een aanzienlijke en ongerechtvaardigde achteruitgang inhoudt van de bescherming van het recht op collectief onderhandelen.
Sie sind der Auffassung, dass die angefochtene Bestimmung einen bedeutenden und ungerechtfertigten Rückschritt im Schutz des Rechtes auf kollektive Verhandlungen beinhalte.