3. In jaren waarin de weersomstandigheden uitzonderlijk ongunstig zijn geweest, kunnen volgens de in artikel 104, lid 1, bedoelde procedure de in punt 2 bepaalde maxima voor de verhoging van het alcoholvolumegehalte in de in bijlage IX vastgestelde wijnbouwzones A en B worden opgetrokken tot 4,5%, resp.3,5 % vol, en in wijnbouwzone C tot 3% vol .
(3) In Jahren mit außergewöhnlich ungünstigen Witterungsverhältnissen kann die in Nummer 2 genannte Erhöhung des Alkoholgehalts nach dem Verfahren des Artikels 104 Absatz 1 in den Weinbauzonen A gemäß Anhang IX auf 4,5 % vol, in den Weinbauzonen B gemäß Anhang IX auf 3,5 % vol und in den Weinbauzonen C gemäß Anhang IX auf 3 % vol heraufgesetzt werden.