Aangevoerde middelen: verzoekster stelt dat de bestreden b
eslissing mank gaat wegens schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009 en wege
ns ontoereikende en onjuiste motivering, dan wel in andere opzichten niet strookt met de rechtmatige vereisten waaraan de procesregels van de Europese Unie dienen te voldoen, aangezien de kamer van beroep blijk heeft gegeven van een onjuiste opvatting bij: i) de vergelijking van de diensten, ii) de vergelijking van de tekens, iii) de afbakening van het relevante publiek, e
...[+++]n iv) de beoordeling van het gevaar voor verwarring.