Traduction de «onjuiste beoordeling van de feiten » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

onjuiste beoordeling van de feiten
Irrtum über tatsächliche Voraussetzungen

onjuiste beoordeling
fehlerhafte Beurteilung

kennelijk onjuiste beoordeling
Beurteilungsfehler

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Bijgevolg moet de beoordeling van de Unierechter, wat de definitie en de keuze van de basisgegevens betreft en van de statistische methoden die Eurostat voor de opstelling van de voorstellen voor aanpassingscoëfficiënten gebruikt, worden beperkt tot de controle van de eerbiediging van de in de bepalingen van het Statuut genoemde beginselen alsmede het ontbreken van een kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten die aan de vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten ten grondslag liggen en van misbruik van bevoegdheid.
Daher muss sich die Beurteilung des Unionsrichters, was die Definition und die Auswahl der Grunddaten und der von Eurostat für die Festlegung der Vorschläge für Berichtigungskoeffizienten verwendeten statistischen Methoden betrifft, auf die Kontrolle der Beachtung der in den Bestimmungen des Statuts genannten Grundsätze, das Fehlen von offensichtlichen Fehlern bei der Beurteilung der Tatsachen, die der Festlegung der Berichtigungskoeffizienten zugrunde liegen, und das Fehlen von Ermessensmissbrauch beschränken.

20. herhaalt zijn verzoek aan de Commissie om voorstellen in te dienen inzake het opleggen van sancties voor valse of onjuiste informatie van betaalorganen, onder meer met betrekking tot de volgende drie aspecten: de inspectiestatistieken, de verklaringen van de betaalorganen en de werkzaamheden van de certificerende instanties; verzoekt de Commissie de bevoegdheid te verlenen om de erkenning van betaalorganen in te trekken in ernstige gevallen van onjuiste weergave van de feiten;
20. fordert die Kommission erneut auf, Vorschläge für die Sanktionierung einer falschen oder inkorrekten Berichterstattung durch die Zahlstellen auszuarbeiten, wobei die folgenden drei Dimensionen zu berücksichtigen sind: Kontrollstatistiken, Erklärungen der Zahlstellen und von den bescheinigenden Stellen durchgeführte Arbeiten; fordert, dass die Kommission ermächtigt wird, Zahlstellen bei gravierender Verfälschung der Darstellung die Zulassung zu entziehen;

112. verzoekt de Commissie voorstellen in te dienen inzake het opleggen van sancties voor valse of onjuiste informatie van betaalorganen, onder meer met betrekking tot de volgende drie aspecten: de inspectiestatistieken, de verklaringen van de betaalorganen en de werkzaamheden van de certificerende instanties; verzoekt de Commissie de bevoegdheid te verlenen om de erkenning van betaalorganen in te trekken in ernstige gevallen van onjuiste weergave van de feiten;
112. fordert die Kommission auf, Vorschläge für die Sanktionierung fehlerhafter oder inkorrekter Berichterstattung durch Zahlstellen auszuarbeiten, die die drei Dimensionen Kontrollstatistiken, Erklärungen der Zahlstellen und Tätigkeit der bescheinigenden Stellen umfassen; fordert, dass die Kommission ermächtigt wird, Zahlstellen in Fällen schwerwiegender Verfälschungen die Akkreditierung zu entziehen;

109. verzoekt de Commissie voorstellen in te dienen inzake het opleggen van sancties voor valse of onjuiste informatie van betaalorganen, onder meer met betrekking tot de volgende drie aspecten: de inspectiestatistieken, de verklaringen van de betaalorganen en de werkzaamheden van de certificerende instanties; verzoekt de Commissie de bevoegdheid te verlenen om de erkenning van betaalorganen in te trekken in ernstige gevallen van onjuiste weergave van de feiten;
109. fordert die Kommission auf, Vorschläge für die Sanktionierung fehlerhafter oder inkorrekter Berichterstattung durch Zahlstellen auszuarbeiten, die die drei Dimensionen Kontrollstatistiken, Erklärungen der Zahlstellen und Tätigkeit der bescheinigenden Stellen umfassen; fordert, dass die Kommission ermächtigt wird, Zahlstellen in Fällen schwerwiegender Verfälschungen die Akkreditierung zu entziehen;

Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van feiten en bewijsmateriaal – Niet-ontvankelijkheid – Controle door het Gerecht van beoordeling van feiten en bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting – Verplichting van het Gerecht voor ambtenarenzaken om zijn beoordeling van bewijsmateriaal te motiveren – Omvang
Rechtsmittel – Gründe – Fehlerhafte Tatsachen- und Beweiswürdigung – Unzulässigkeit – Überprüfung der Tatsachen- und Beweiswürdigung durch das Gericht – Ausschluss außer bei Verfälschung – Pflicht des Gerichts für den öffentlichen Dienst, seine Beweiswürdigung zu begründen – Umfang

De beoordeling van deze feiten en bewijselementen levert dus, behoudens het geval van een onjuiste opvatting daarvan, geen rechtsvraag op die als zodanig in hogere voorziening vatbaar is voor toetsing door het Hof (zie met name arrest van 19 september 2002, DKV/BHIM, C‑104/00 P, Jurispr. blz. I‑7561, punt 22, en arrest Deutsche SiSi-Werke/BHIM, reeds aangehaald, punt 35).
Die Würdigung der Tatsachen und der Beweismittel ist somit, außer im Fall ihrer Verfälschung, keine Rechtsfrage, die als solche der Kontrolle des Gerichtshofes im Rahmen eines Rechtsmittels unterläge (vgl. u. a. Urteile vom 19. September 2002 in der Rechtssache C‑104/00 P, DKV/HABM, Slg. 2002, I‑7561, Randnr. 22, und Deutsche SiSi-Werke/HABM, Randnr. 35).

De beoordeling van deze feiten en bewijselementen levert dus, behoudens het geval van een onjuiste opvatting daarvan, geen rechtsvraag op die als zodanig in hogere voorziening vatbaar is voor toetsing door het Hof (zie in die zin arrest DKV/BHIM, reeds aangehaald, punt 22, en arrest van 2 oktober 2003, Thyssen Stahl/Commissie, C‑194/99 P, Jurispr. blz. I‑10821, punt 20).
Somit ist die Würdigung der Tatsachen und Beweismittel, vorbehaltlich ihrer Verfälschung, keine Rechtsfrage, die als solche der Kontrolle des Gerichtshofes im Rahmen eines Rechtsmittels unterliegen würde (vgl. in diesem Sinne die Urteile in der Rechtssache C‑104/00 P, DKV/HABM, Randnr. 22, und vom 2. Oktober 2003 in der Rechtssache C‑194/99 P, Thyssen Stahl/Kommission, Slg. 2003, I‑10821, Randnr. 20).

De waardering van de bewijskracht van de processtukken maakt deel uit van de soevereine beoordeling van de feiten door het Gerecht die, zoals in punt 39 van het onderhavige arrest reeds is verklaard, door het Hof in hogere voorziening niet wordt getoetst, behoudens in geval van een onjuiste voorstelling van de aan het Gerecht voorgelegde bewijselementen of wanneer de materiële onjuistheid van hetgeen het Gerecht heeft vastgesteld, uit de processtukken volgt (arresten van 10 juli 2001, Ismeri Europa/Rekenkamer, C‑315/99 P, Jurispr. blz. I‑5281, punt 19, en 7 november 2002, Glencore en Compagnie Continentale/Commissie, C‑24/01 P en C‑25/01 P, Jurispr. blz. I‑10119, punten 77 en 78).
Die Frage, ob Verfahrensunterlagen beweiskräftig sind, unterliegt seiner freien Würdigung des Sachverhalts, die sich, wie bereits in Randnummer 39 dieses Urteils ausgeführt worden ist, der Überprüfung durch den Gerichtshof in der Rechtsmittelinstanz entzieht, sofern dem Gericht vorgelegte Beweismittel nicht verfälscht worden sind oder sich die Unrichtigkeit der Tatsachenfeststellungen des Gerichts nicht aus den Akten ergibt (Urteile vom 10. Juli 2001 in der Rechtssache C‑315/99 P, Ismeri Europa/Rechnungshof, Slg. 2001, I‑5281, Randnr. 19, und vom 7. November 2002 in den Rechtssachen C‑24/01 P und C‑25/01 P, Glencore und Compagnie Continentale/Kommission, Slg. 2002, I‑10119, Randnrn. 77 und 78).

133. merkt op dat de laatste controle van de Rekenkamer op dit terrein plaatsvond in 1990 en concludeerde "dat er geen documentatie was bijgehouden van de feiten, de beoordeling van de feiten door de Commissie, de genomen besluiten en de resultaten, waardoor controle door een onafhankelijke derde en bestuurscontrole vrijwel onmogelijk was" (Speciaal verslag nr. 9/2003, punt 9);
133. stellt fest, dass sich der Rechnungshof letztmals 1990 mit diesem Thema befasst hat und dass seine Schlussfolgerungen zur Art und Weise der Festsetzung der Erstattungssätze lauteten, dass "die Fakten, deren Prüfung durch die Kommission, die getroffenen Beschlüsse und die Ergebnisse nicht dokumentiert wurden und somit eine unabhängige Kontrolle durch Dritte oder durch leitende Stellen praktisch unmöglich war" (Sonderbericht 9/2003, Ziffer 9);