Met de invoering van een procedure van onmiddellijke verschijning heeft de wetgever " een onmiddellijke justitiële reactie op het strafbaar feit" mogelijk willen maken, teneinde te " voorkomen dat ten aanzien van de dader een indruk van straffeloosheid blijft bestaan (de meest geschikte rechtstreekse bestraffing en voorkoming van herhaling)" (Parl. St., Kamer, 1999-2000, nr. 0306/001 - 0307/001, p. 6).
Mit der Einführung eines Verfahrens des sofortigen Erscheinens hat der Gesetzgeber " eine unmittelbare gerichtliche Reaktion auf die Strafhandlung" ermöglichen wollen, um " vorzubeugen, dass hinsichtlich des Täters ein Eindruck von Straffreiheit bestehen bleibt (die geeignetste direkte Bestrafung und Wiederholungsvorbeugung)" (Parl. Dok., Kammer, 1999-2000, Nr. 0306/001-0307/001, S. 6).