Vertaling van "onroerende voorheffing doch zij heft geen aanvullende " (Nederlands → Duits) :

De gemeente Knokke-Heist heft op het ogenblik van het indienen van het verzoekschrift 1.500 opcentiemen op de onroerende voorheffing, doch zij heft geen aanvullende personenbelasting.
Die Gemeinde Knokke-Heist erhebt zum Zeitpunkt des Einreichens der Klageschrift 1.500 Zuschlagshundertstel auf den Immobilienvorabzug, erhebt jedoch keine zusätzliche Personensteuer.

In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen beweren, houdt de bestreden bepaling geen verplichting in om een deel van hun inkomsten te betrekken uit provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing noch om een deel van hun inkomsten af te staan aan het Vlaamse Gewest, doch beperkt zij zich tot het in rekening brengen, met het oog op de vaststelling van de dotatie uit het Provinciefonds, van bepaalde inkomsten die door de bedoelde provincies uit opcentiemen worden betrokken.
Im Gegensatz zur Behauptung der klagenden Parteien beinhaltet die angefochtene Bestimmung keine Verpflichtung, einen Teil ihrer Einnahmen aus provinzialen Zuschlagshundertsteln auf den Immobilienvorabzug oder einen Teil ihrer Einnahmen an die Flämische Region abzutreten, sondern sie beschränkt sich darauf, im Hinblick auf die Festlegung der Dotation aus dem Provinzialfonds bestimmte Einnahmen zu berücksichtigen, die die betreffenden Provinzen aus Zuschlagshundertsteln beziehen.

Aldus zou zij vallen onder het toepassingsgebied van artikel 9, doch die visie werd door de bevoegde overheden niet gedeeld : aangezien de gemeente geen aanvullende personenbelasting heft, is niet voldaan aan de ultieme voorwaarde voor de degressieve vermindering van het gewaarborgde trekkingsrecht, namelijk dat in het jaar dat de berekening van het trekkingsrecht voorafgaat, de opbrengst per inwoner van 1 pct. aanvullende personenbelasting respectievelijk 1 pct. opcentiemen op de onroerende voorheffing hoger moet zijn dan de gemiddelde opbrengst in het Vlaamse Gewest.
Auf sie wäre also Artikel 9 anwendbar, doch diesem Standpunkt schlossen sich die zuständigen Behörden nicht an; da die Gemeinde keine zusätzliche Personensteuer erhebt, ist die letzte Bedingung für die degressive Senkung des garantierten Ziehungsrechtes nicht erfüllt, nämlich dass in dem Jahr, das der Berechnung des Ziehungsrechtes voraufgeht, das Steueraufkommen pro Einwohner von 1 % zusätzlicher Personensteuer beziehungsweise 1 % Zuschlagshundertsteln auf den Immobilienvorabzug höher sein muss als das durchschnittliche Steueraufkommen in der Flämischen Region.