M. overwegende dat in de Europese Code voor politie-ethiek als leidraad staat dat "politieonderzoek ten minste gebaseerd dient te zijn op een redelijk vermoeden van een feitelijk of mogelijk vergrijp of misdrijf", en overwegende dat wordt gesteld dat de waarschijnlijkheid van een inbreuk op de mensenrechten die een bedreiging vormt voor de individuen en de samenleving als zodanig, bestaat door het ontbreken van een dergelijk redelijk vermoeden, wanneer het opstellen van profielen op stereotypen en vooroordelen gebaseerd is,
M. in der Erwägung, dass laut den Leitlinien des Europäischen Kodex der Polizeiethik „polizeiliche Ermittlungen [.] zumindest auf dem begründeten Verdacht einer tatsächlichen oder einer möglichen Straftat bzw. eines Verbrechens beruhen“ müssen, und in der Erwägung, dass angeführt wird, dass beim Fehlen eines solchen begründeten Verdachts Menschenrechtsverletzungen zum Nachteil Einzelner und der gesamten Gesellschaft wahrscheinlich werden, wenn die Erstellung von Personenprofilen aufgrund von Stereotypen und Vorurteilen erfolgt,