Er bestond echter aanzienlijke twijfel ten aanzien van het bestaan van een werkelijke ontkoppeling van de bron van de financiële middelen en het gebruik van die middelen. Zo zouden naar het schijnt de opbrengsten van de heffing, als zij eenmaal in de begroting zijn opgenomen, worden bestemd voor een welomschreven hoofdstuk van het ministerie van Landbouw, van waaruit die opbrengsten vervolgens zouden worden overgemaakt naar de begroting van het CNASEA, het orgaan belast met het financiële beheer van de destructiedienst (16).
Es wurde jedoch ernsthaft bezweifelt, dass die Mittel und ihre Verwendung wirklich voneinander abgekoppelt worden waren. Es schien vielmehr, dass das Abgabenaufkommen, war es erst einmal in den Haushalt eingegangen, einem präzisen Haushaltsposten des Landwirtschaftsministeriums zugewiesen wurde und von dort aus in das Budget des CNASEA floss, der Stelle also, die mit der Finanzverwaltung des Tierkörperbeseitigungsdienstes betraut war (16). Im Übrigen schienen Abgabeneinnahmen und Dienstfinanzierung nahezu perfekt übereinzustimmen.