4. Het flexibiliteitsinstrument, waar het Europees Parlement overeenkomstig artikel 21 van het Interinstitutioneel Akkoord van 19 mei 1999 om had verzocht en dat niet bedoeld was om ontoereikende kredieten onder het maximum aan te zuiveren maar om uitzonderlijke uitgaven te dekken, is dan ook achtereenvolgens in 2000, 2001 en 2002 gemobiliseerd.
4. Aus diesem Grund musste das vom Parlament geforderte und in Artikel 21 der IIV vom 19. Mai 1999 vorgesehene Flexibilitätsinstrument, das nicht dazu gedacht war, Unzulänglichkeiten der unter den einzelnen Obergrenzen veranschlagten Mittel auszugleichen, sondern vielmehr dazu dienen sollte, außergewöhnliche Ausgaben zu finanzieren, in den Jahren 2000, 2001 und 2002 wiederholt in Anspruch genommen werden.