De lidstaten zien erop toe dat bodemeigenaren die activiteiten ontplooien die duurzame en substantiële schade aan een of meer van de in artikel 1, lid 1, genoemde bodemfuncties kunnen toebrengen, verplicht worden evenredige voorzorgen te nemen om deze schadelijke effecten te voorkomen, te verminderen of te onder controle te houden, voor zover dit in het licht van het huidige en goedgekeurde toekomstige gebruik redelijk is.
Die Mitgliedstaaten verpflichten Landnutzer, deren Tätigkeiten eine oder mehrere der in Artikel 1 Absatz 1 genannten Bodenfunktionen dauerhaft erheblich beeinträchtigen, Vorsorgemaßnahmen, die verhältnismäßig sind, zu ergreifen, um diese nachteiligen Auswirkungen zu vermeiden, abzuschwächen oder einzuschränken, sofern dies im Hinblick auf die gegenwärtige oder die genehmigte künftige Nutzung sinnvoll ist.