Het is bijgevolg niet zonder objectieve en redelijke verantwoording dat de wetgever de bijzondere ontslagregeling heeft voorbehouden aan « elke persoon wiens arbeidsverhouding in een overheidsdienst of in elke andere publiekrechtelijke instelling een einde neemt omdat zij eenzijdig wordt verbroken door de overheid of omdat de benoemingsakte wordt vernietigd, ingetrokken, opgeheven of niet hernieuwd » (tweede prejudiciële vraag) en dat hij aan de overheidsdienst niet de mogelijkheid heeft geboden om die bijzondere ontslagregeling naar eigen goedvinden een ruimere toepassing te verlenen (eerste prejudiciële vraag).
Es entbehrt folglich nicht einer objektiven und vernünftigen Rechtfertigung, dass der Gesetzgeber die besondere Kündigungsregelung « jeder Person, deren Arbeitsverhältnis in einem öffentlichen Dienst in irgendeiner anderen öffentlich-rechtlichen Einrichtung endet, weil es einseitig durch die öffentliche Hand gekündigt oder die Ernennungsurkunde für nichtig erklärt, zurückgezogen, aufgehoben oder nicht erneuert wurde » vorbehalten hat (zweite präjudizielle Frage) und dass dem öffentlichen Dienst nicht die Möglichkeit geboten wird, dieser besonderen
Kündigungsregelung nach eigenem Gutdünken eine br
...[+++]eitere Anwendung zu verleihen (erste präjudizielle Frage).