Het is dus niet onredelijk ervan uit te gaan dat, bij ontstentenis van proeven die bedoeld zijn om de bekwaamheden van de kandidaten voor een ambt na te gaan en het uitreiken van een brevet ten bewijze van die bekwaamheden mogelijk te maken, de ervaring verworven in de uitoefening van een ambt het mogelijk maakt die bekwaamheden te ontwikkelen en de realiteit van die bekwaamheden op een andere wijze aan te tonen.
Es ist daher nicht unvernünftig, davon auszugehen, dass in Ermangelung von Prüfungen zur Feststellung der Befähigungen der Bewerber für ein Amt und zur Verleihung eines Brevets, mit dem diese Befähigungen belegt werden, die in der Ausübung eines Amtes erworbene Erfahrung es ermöglicht, diese Befähigungen zu entwickeln und deren Realität auf andere Weise nachzuweisen.