De ontvangende lidstaat mag echter in beginsel niet eisen dat een attest van de staat van oorsprong wordt overgelegd waarin het bezit van een diploma als bedoeld in de richtlijn of de bevoegdheid van de migrant tot uitoefening van het beroep in het land van oorsprong wordt bevestigd (zie Code, punt 3,C,b).
Der Aufnahmestaat kann jedoch grundsätzlich keine Bescheinigung des Herkunftsmitgliedstaats fordern, aus der hervorgeht, daß der Zuwanderer im Besitz eines Diploms gemäß der in der Richtlinie enthaltenen Definition ist, oder daß er berechtigt ist, den betreffenden Beruf im Herkunftsland auszuüben (siehe Kodex Punkt 3 Absatz C Buchst. b).