10. dringt er bij opinieleiders en besluitvormers op aan in hun houding of woordgebruik, al dan niet bewust, geen aanleiding te geven voor het ontstaan van een klimaat van racisme, latente vreemdelingenhaat, antisemitisme, islamofobie, sectarisme en homofobie, met name met betrekking tot het migratie- en asielbeleid; wenst een ontvankelijk klimaat voor nieuwe wetten waarmee strikte controles en toezicht, zoals voorzien in de antiterrorismewetten, worden geïntroduceerd;
10. fordert Meinungsführer und Entscheidungsträger auf, davon Abstand zu nehmen, durch ihre Haltung oder Reden ein Klima von Rassismus, latenter Fremdenfeindlichkeit, Antisemitismus, Islamfeindlichkeit, religiös motiviertem Rassismus, Homophobie, insbesondere in Bezug auf die Einwanderungs- und Asylpolitik, absichtlich oder in anderer Form zu verschärfen; verlangt ein Klima der Akzeptanz für die neuen Rechtsvorschriften, die strenge Kontrollen und Überwachung wie bei Antiterrorgesetzen einführen;