Een algemene aansprakelijkheid gedurende vijf jaar voor een uitgetreden lid, zoals de Commissie voorstelt in de ontwerprichtlijn van 1991, is niet (meer) op zijn plaats, omdat daardoor de positie van het coöperatie-aandeel, vanuit het oogpunt van de coöperatieleden, onevenredig zou verslechteren ten opzichte van andere participatievormen, zoals aandelen.
Eine generelle obligatorische Nachhaftung eines ausgeschiedenen Genossenschaftsmitgliedes, wie sie etwa im Richtlinien-Entwurf der Europäischen Kommission aus dem Jahre 1991 im Art. 13 § 5 mit fünf Jahren vorgesehen war, ist nicht (mehr) angebracht, weil sie den Genossenschaftsanteil gegenüber anderen Beteiligungsformen, etwa Aktien, vom Standpunkt des Genossenschafters unbillig verschlechtern würde.