21. vindt dat er naar wegen moet worden gezocht waarmee de deelnemende landen andere belangrijke pijlers kunnen betrekken die ontwikkelingsvoordelen voor het gebied kunnen creëren, zoals de landbouw, gezien de specifieke geografische en klimaatomstandigheden, de biodiversiteit en het potentieel om synergetische gecoördineerde effecten en verdere groei te bewerkstelligen; beveelt aan nauwe samenwerking en coördinatie tot stand te brengen tussen in het binnenland gelegen gebieden, het kustgebied en de eilanden, teneinde synergie te ontwikkelen tussen projecten voor schone energie en de productie van gezond voedsel;
21. hält es für wesentlich, dass für teilnehmende Länder Möglichkeiten gefunden werden, andere wichtige Säulen einzubeziehen, die der Region Entwicklungsvorteile verschaffen könnten, beispielsweise die Landwirtschaft dank außergewöhnlicher geoklimatischer Bedingungen, der biologischen Vielfalt und des Potenzials für koordinierte Synergien und weiteres Wachstum; empfiehlt eine enge Zusammenarbeit und Koordination zwischen den Gebieten im Landesinneren, den Küstenbereichen und den Inseln, um zwischen Projekten für eine saubere Energiegewinnung und der Erzeugung gesunder Lebensmittel Synergien zu schaffen;