Vertaling van "ontwikkeling van hernieuwbare en weinig uitstoot veroorzakende " (Nederlands → Duits) :

Het realiseren van bovenbedoelde strategische energiedoelstelling vereist dat Europa wordt omgevormd tot een zeer energie-efficiënte en CO2-luwe economie, dat een nieuwe industriële revolutie op gang wordt gebracht, dat de overgang naar koolstofarme groei wordt versneld en dat, in de loop der jaren, het aandeel van plaatselijk opgewekte en weinig uitstoot veroorzakende energie in onze totale energieproductie en -consumptie drastisch wordt verhoogd.
Das formulierte strategische energiepolitische Ziel zu realisieren bedeutet, Europa in eine in hohem Maße energieeffiziente und CO2-arme Energiewirtschaft umzuwandeln, eine neue industrielle Revolution in Gang zu setzen, den Wandel hin zu einem kohlenstoffarmen Wachstum beschleunigt voranzutreiben und über mehrere Jahre hinweg den Anteil der von uns erzeugten und verwendeten heimischen, emissionsarmen Energie drastisch zu erhöhen.

De EU zal de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en bronnen met lage uitstoot in het zuidelijke Middellandse-Zeegebied en interconnecties met Europese distributienetwerken blijven aanmoedigen en bevorderen.
Die EU wird die Entwicklung erneuerbarer und CO2-armer Energiequellen im südlichen Mittelmeerraum und von Verbindungsleitungen zu europäischen Verteilernetzen weiter fördern und erleichtern.

wijst erop dat hernieuwbare energie een belangrijke bijdrage levert bij het terugdringen van de totale CO-uitstoot; benadrukt het belang van de ontwikkeling van hernieuwbare energie om de tijdens de CoP 21 overeengekomen doelstellingen te halen.
betont, dass die erneuerbaren Energiequellen bei der Senkung der CO2-Emissionen insgesamt einen wichtigen Beitrag leisten; hebt die Bedeutung der erneuerbaren Energiequellen für die Verwirklichung der im Rahmen der COP 21 vereinbarten Ziele hervor.

12. verzoekt de lidstaten, aangezien dit de efficiëntste beleidsvorm is, een aanzienlijke toeneming van de energie-efficiëntie te bevorderen aan de hand van concrete acties om dit doel te bereiken zoals de afschaffing van BTW op doeltreffende efficiëntiemaatregelen als isolatie, voorkoming van energieverspilling en de ontwikkeling van hernieuwbare en weinig uitstoot veroorzakende energiebronnen;
12. fordert die Mitgliedstaaten auf, um dies zu erreichen, da dies die wirksamste Maßnahme ist, eine wesentliche Erhöhung der Energieeffizienz mit konkreten Maßnahmen zu unterstützen, wie die Abschaffung der Mehrwertsteuer auf wirksame Maßnahmen zur Erhöhung der Energieeffizienz wie Isolierung, die Verhinderung von Energieverschwendung und die Entwicklung erneuerbarer und emissionsarmer Energiequellen;

26. wijst erop dat het bindende streefdoel voor hernieuwbare energiebronnen voor 2020 van de EU een voorloper op het gebied van innovatie met betrekking tot technologie voor hernieuwbare energiebronnen heeft gemaakt; benadrukt dat de voortzetting van dit beleid, met bindende streefdoelen op het gebied van hernieuwbare energiebronnen, de positie van de EU op dit domein verder zal versterken; is van mening dat de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, de behoefte aan ingevoerde fossiele brandstoffen af te bouwen en de diversificatie van onze energiebronnen te vergroten; is daarom van mening dat de EU een bindend streefdoel voor hernieuwbare energiebronnen moet vaststellen in haar kader voor 2030; is ervan overtuigd dat een toekomstgericht energie- en klimaatbeleid moet worden gevolgd dat in overeenstemming is met de agenda voor het industriebeleid van de EU op het punt van concurrentievermogen;
26. weist darauf hin, dass die verbindlichen Ziele für erneuerbare Energiequellen bis 2020 der EU eine Spitzenposition bei Innovationen im Bereich der Technologien für erneuerbare Energiequellen beschert haben; betont, dass die Fortführung dieser Politik mit verbindlichen Zielen für den erneuerbare Energiequellen die Stellung der EU in diesem Bereich weiter stärken wird; ist der Auffassung, dass die Erschließung erneuerbarer Energiequellen dazu beiträgt, die angestrebte Verringerung der Treibhausgasemissionen zu erreichen, den Bedarf an importierten fossilen Brennstoffen zu verringern und die Diversifizierung unserer Energiequellen zu erhöhen; ist daher der Auffassung, dass die EU in ihrem Rahmen für 2030 ein verbindliches Ziel für erneuerbare Energiequellen setzen muss; vertritt die Ansicht, dass eine vorausschauende Energie- und Klimaschutzpolitik umgesetzt werden muss, die mit der EU-Agenda zur Industriepolitik für Wettbewerbsfähigkeit im Einklang steht;

24. wijst erop dat het bindende streefdoel voor hernieuwbare energiebronnen voor 2020 van de EU een voorloper op het gebied van innovatie met betrekking tot technologie voor hernieuwbare energiebronnen heeft gemaakt; benadrukt dat de voortzetting van dit beleid, met bindende streefdoelen op het gebied van hernieuwbare energiebronnen, de positie van de EU op dit domein verder zal versterken; is van mening dat de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, de behoefte aan ingevoerde fossiele brandstoffen af te bouwen en de diversificatie van onze energiebronnen te vergroten; is daarom van mening dat de EU een bindend streefdoel voor hernieuwbare energiebronnen moet vaststellen in haar kader voor 2030; is ervan overtuigd dat een toekomstgericht energie- en klimaatbeleid moet worden gevolgd dat in overeenstemming is met de agenda voor het industriebeleid van de EU op het punt van concurrentievermogen;
24. weist darauf hin, dass die verbindlichen Ziele für erneuerbare Energiequellen bis 2020 der EU eine Spitzenposition bei Innovationen im Bereich der Technologien für erneuerbare Energiequellen beschert haben; betont, dass die Fortführung dieser Politik mit verbindlichen Zielen für den erneuerbare Energiequellen die Stellung der EU in diesem Bereich weiter stärken wird; ist der Auffassung, dass die Erschließung erneuerbarer Energiequellen dazu beiträgt, die angestrebte Verringerung der Treibhausgasemissionen zu erreichen, den Bedarf an importierten fossilen Brennstoffen zu verringern und die Diversifizierung unserer Energiequellen zu erhöhen; ist daher der Auffassung, dass die EU in ihrem Rahmen für 2030 ein verbindliches Ziel für erneuerbare Energiequellen setzen muss; vertritt die Ansicht, dass eine vorausschauende Energie- und Klimaschutzpolitik umgesetzt werden muss, die mit der EU-Agenda zur Industriepolitik für Wettbewerbsfähigkeit im Einklang steht;

22. herinnert eraan dat de afhankelijkheid van de UPR's van ingevoerde fossiele brandstoffen hoge extra kosten veroorzaakt; stelt ook vast dat er in de UPR's in het kader van het regionaal beleid relatief weinig geïnvesteerd wordt in de bestrijding van de klimaatverandering; stelt voor om de sector van de hernieuwbare energie en de energie-efficiëntie te versterken via initiatieven zoals het "Pact of Islands", dat de uitwerking beoogt van plaatselijke actieplannen voor hernieuwbare energie en van rendabele projecten om de CO2-emmissies tegen 2020 met minstens 20% terug te dringen, via het opzetten van een specifiek programma voor onderzoeksprojecten op het gebied van hernieuwbare energie en van de diversificatie van de regionale energiebronnen, en meer bepaald op het gebied van geothermische energie, getijdenenergie en waterstof, en via een specifiek programma op energiegebied om de kosten van de afgelegen ligging, de infrastructuur en de dienstverlening te verkleinen, teneinde de ambitieuze beleidsmaatregelen van de UPR's op het gebied van de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen aan te moedigen;
22. erinnert daran, dass die Abhängigkeit der Regionen in äußerster Randlage von importierten fossilen Brennstoffen erhöhte Mehrkosten darstellt; stellt auch fest, dass die Investitionen der Regionalpolitik in den Regionen in äußerster Randlage zur Bekämpfung des Klimawandels relativ gering sind; schlägt vor, den Sektor der erneuerbaren Energien und die Energieeffizienz über Initiativen wie den „Inselpakt“ zur Entwicklung lokaler Maßnahmenpläne für erneuerbare Energien und finanzierbare Projekte mit dem Ziel einer Verringerung des CO2-Ausstoßes um mindestens 20 % bis 2020 auszubauen durch die Erarbeitung eines eigenen Programms für Forschungsprojekte im Bereich der erneuerbaren Energien und die Diversifizierung der lokalen Energieträgerbasis, insbesondere hinsichtlich der Geothermieenergie, der Wellenkraft und der Wasserstoffenergie, und den Entwurf eines speziellen Energieprogramms zur Verringerung der Kosten für lange Transportwege, die Infrastruktur und geleistete Dienste auszubauen, um die von den Regionen in äußerster Randlage ergriffenen ehrgeizigen politischen Maßnahmen zur Förderung der erneuerbaren Energien zu unterstützen;

22. herinnert eraan dat de afhankelijkheid van de UPR's van ingevoerde fossiele brandstoffen hoge extra kosten veroorzaakt; stelt ook vast dat er in de UPR's in het kader van het regionaal beleid relatief weinig geïnvesteerd wordt in de bestrijding van de klimaatverandering; stelt voor om de sector van de hernieuwbare energie en de energie-efficiëntie te versterken via initiatieven zoals het „Pact of Islands”, dat de uitwerking beoogt van plaatselijke actieplannen voor hernieuwbare energie en van rendabele projecten om de CO2 -emmissies tegen 2020 met minstens 20% terug te dringen, via het opzetten van een specifiek programma voor onderzoeksprojecten op het gebied van hernieuwbare energie en van de diversificatie van de regionale energiebronnen, en meer bepaald op het gebied van geothermische energie, getijdenenergie en waterstof, en via een specifiek programma op energiegebied om de kosten van de afgelegen ligging, de infrastructuur en de dienstverlening te verkleinen, teneinde de ambitieuze beleidsmaatregelen van de UPR's op het gebied van de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen aan te moedigen;
22. erinnert daran, dass die Abhängigkeit der Regionen in äußerster Randlage von importierten fossilen Brennstoffen erhöhte Mehrkosten darstellt; stellt auch fest, dass die Investitionen der Regionalpolitik in den Regionen in äußerster Randlage zur Bekämpfung des Klimawandels relativ gering sind; schlägt vor, den Sektor der erneuerbaren Energien und die Energieeffizienz über Initiativen wie den „Inselpakt“ zur Entwicklung lokaler Maßnahmenpläne für erneuerbare Energien und finanzierbare Projekte mit dem Ziel einer Verringerung des CO2 -Ausstoßes um mindestens 20 % bis 2020 auszubauen durch die Erarbeitung eines eigenen Programms für Forschungsprojekte im Bereich der erneuerbaren Energien und die Diversifizierung der lokalen Energieträgerbasis, insbesondere hinsichtlich der Geothermieenergie, der Wellenkraft und der Wasserstoffenergie, und den Entwurf eines speziellen Energieprogramms zur Verringerung der Kosten für lange Transportwege, die Infrastruktur und geleistete Dienste auszubauen, um die von den Regionen in äußerster Randlage ergriffenen ehrgeizigen politischen Maßnahmen zur Förderung der erneuerbaren Energien zu unterstützen;

intensifiëring of invoering van beleid op nationaal niveau ter vermindering van de uitstoot (verhoging van het energierendement, bevordering van vormen van duurzame landbouw, ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, enz.).
Verschärfung oder Aufstellung einer nationalen Strategie zur Verringerung der Emissionen (Verbesserung der Energieeffizienz, Förderung einer umweltverträglichen Landwirtschaft, verstärkte Nutzung erneuerbarer Energieträger usw.)