22. herinnert eraan dat de doelstelling om 3% van het BBP aan OO te besteden uitgaat van een aandeel van 2% particulier kapitaal en 1% overheidsuitgaven; merkt op dat er in de sfeer van de particuliere researchuitgaven nog steeds specifieke tekortkomingen bestaan die alleen kunnen worden overwonnen door de regelgeving voor ondernemingen, inclusief mkb-bedrijven, aan te passen; steunt met name de bemoeiingen van de Commissie om een nieuwe, op de geleverde innovatieprestatie gebaseerde kernindicator te ontwikkelen, aangezien dit relevantere informatie oplevert dan wanneer de prestaties worden afgemeten aan cijfermatige doelstellingen;
22. ruft in Erinnerung, dass sich das Ziel eines Anteils von drei Prozent am BIP zu zwei Prozent aus einem privaten und zu einem Prozent aus einem mit öffentlichen
Geldern finanzierten Teil zusammensetzt; stellt fest, dass es immer noch erhebliche Defizite im Bereich der privaten Forschungsausgaben gibt, die nur behoben werden können, wenn das ordnungspolitische Umfeld für die Unternehmen einschließlich der KMU angepasst wird; unterstützt insbesondere die Arbeit der Kommission an der Entwicklung eines neuen Leitindikators, der auf der Innovationsleistung basiert, da dies aussagekräftiger wäre als eine Messung der Leistung anhand zahlen
...[+++]mäßiger Zielvorgaben; 
