de typering en antigenische en genomische karakterisering van pathogenen, wanneer relevant en zo nodig, bijvoorbeeld voor epidemiologische follow-ups of de verificatie van een diagnose, uit de in onder a), ii), bedoelde monsters, en
es nimmt bei den unter Buchstabe a Ziffer ii genannten Proben, sofern sinnvoll und erforderlich, eine Typisierung und genaue Bestimmung des Genoms von Erregern vor, beispielsweise für epidemiologische Follow-up-Maßnahmen oder die Überprüfung von Diagnosen, und