Vertaling van "oordeelde het echter " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

echter wel na melding
unbeschadet seiner Mitteilungspflicht

de naaldstructuur is echter duidelijker zichtbaar dan in de geharde toestand
das nadelige Gefuege wird deutlicher sichtbar als im gehaerteten Zustand

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Het Gerecht oordeelde dat er een procedurefout was gemaakt. Het sprak zich echter niet uit over het bestaan van het kartel.
Zur Existenz des Kartells urteilte es jedoch nicht.

Het Fonds werd echter slechts gedurende drie kwartalen operationeel, aangezien, enerzijds, de Raad van State, afdeling administratie, in zijn arrest nr. 85.871 van 13 maart 2000 het uitvoeringsbesluit van 3 juni 1999 heeft vernietigd omdat geen sprake was van dringende noodzakelijkheid, zodat het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State had moeten worden ingewonnen, en, anderzijds, de Europese Commissie in een beschikking van 9 april 2002 « betreffende de door België ten uitvoer gelegde steunregeling C-74/2001 (ex NN-76/2001) en de steunregeling die België voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van de diamantsector » oordeelde dat het sociaal plan van 1999 onrechtmatige staatssteun uitmaakte.
Der Fonds war jedoch nur drei Quartale lang operationell, da einerseits der Staatsrat - Verwaltungsabteilung - in seinem Entscheid Nr. 85. 871 vom 13. März 2000 den Ausführungserlass vom 3. Juni 1999 für nichtig erklärt hat, weil keine Dringlichkeit vorlag, so dass ein Gutachten der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates hätte eingeholt werden müssen, und andererseits die Europäische Kommission in einer Entscheidung vom 9. April 2002 « über die Beihilferegelung Nr. C 74/2001 (ex NN76/2001), die Belgien zugunsten des Diamantensektors durchgeführt hat, und über die Beihilferegelung, die Belgien zugunsten des Diamantensektors durchzuführen beabsichtigt » den Standpunkt vertrat, dass der Sozialplan von 1999 eine widerrechtliche staatliche Beihilfe darstelle.

Aangezien er in het onderhavige geval echter geen openbare aanbesteding was en de aanklager aanvoerde dat Bítešská, BK Bus, Břežanská společnost, PSOTA en TREDOS onrechtmatige staatssteun hadden ontvangen, oordeelde de Commissie dat zij de aanklager en derden in de gelegenheid moest stellen om opmerkingen te maken over de gevolgde methodologie bij het vaststellen van de hoogte van de compensatie door de Zuid-Moravische autoriteiten, alvorens met zekerheid te kunnen concluderen dat de steun verenigbaar is met artikel 73 van het EG-Verdrag als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 659/1999.
Da aber im vorliegenden Fall keine Ausschreibung stattgefunden hatte und der Beschwerdeführer behauptete, Bítešská, BK Bus, Břežanská společnost, PSOTA und TREDOS hätten unrechtmäßige staatliche Beihilfen erhalten, hielt es die Kommission für angezeigt, dem Beschwerdeführer sowie betroffenen Dritten Gelegenheit zu geben, sich zu der von den südmährischen Behörden angewandten Methode zur Festsetzung des Ausgleichsbetrags zu äußern, bevor festgestellt werden könne, dass die Beihilfe aufgrund von Artikel 14 der Verordnung (EG) Nr. 659/1999 mit Artikel 73 EG-Vertrag vereinbar ist.

Hij oordeelde echter dat de terugvordering van de rente op het burgerlijk recht moest zijn gebaseerd aangezien er op het ogenblik dat de steun werd toegekend, geen administratiefrechtelijke grondslag was om de rente terug te vorderen.
Er stellte jedoch auch fest, dass für die Zinserhebung zivilrechtliche Vorschriften gelten, da zum Zeitpunkt der Beihilfegewährung eine verwaltungsrechtliche Grundlage für eine Zinserhebung gefehlt habe.

Hoewel alle scheepseigenaren op uiterlijk 31 december 2005 aan de desbetreffende verplichting moesten voldoen, heeft de Griekse regering met schrijven 1576 van 31 juli 2006 een ontwerp voor een presidentieel besluit houdende wijziging van presidentieel besluit 374/2002 (Staatsblad 321 A') "Naleving door schepen van de eisen van lid 2 van presidentieel besluit 400/1996 (Staatsblad 268 A')" aan de Raad van State voorgelegd, die echter oordeelde dat de extra verlenging van de termijn met twee jaar in het presidentieel besluit "op onwettige gronden wordt voorgelegd", waarmee ook aan het licht kwam dat de regering de hand boven het hoofd houdt van scheepvaartmaatschappijen die de zeeën vervuilen en gevaren voor de volksgezondheid opleveren.
Obwohl alle Schiffseigner sich bereits seit 31. Dezember 2005 an diese Verpflichtung hätten halten müssen, hat die griechische Regierung mit Dokument Nr. 1576 vom 31. Juli 2006 einen Entwurf eines Erlasses zur Änderung von Erlass 374/2002 (Regierungsanzeiger 321 A') betreffend die Einhaltung der Bestimmungen von Absatz 2 des Präsidialerlasses 400/1996 (Regierungsanzeiger 268 A’) durch die Schiffseigner beim griechischen Staatsrat befürwortet, der festgestellt hat, dass eine weitere zweijährige Verlängerung der Frist, wie in dem Entwurf eines Präsidialerlasses enthalten, nicht rechtmäßig eingereicht worden war, wodurch sich herausgestellt hat, dass die griechische Regierung Reedereiunternehmen deckt, die die Meeresumwelt verschmutzen und die Gefahren verschweigt, die dies für die öffentliche Gesundheit mit sich bringt.

Het Hof oordeelde echter ook dat het nationale systeem van voorafgaande toestemming weliswaar een belemmering voor het vrij verlenen van diensten vormt, maar dat dwingende redenen zoals het behoud van de financiële stabiliteit van het socialezekerheidsstelsel en een evenwichtige en voor iedereen toegankelijke zorgverlening een dergelijke belemmering kunnen rechtvaardigen.
Er gelangte jedoch auch zu der Schlussfolgerung, dass - obwohl das betreffende nationale System der vorherigen Genehmigung eine Behinderung des freien Dienstleistungsverkehr darstellte - zwingende Gründe, wie die Aufrechterhaltung der finanziellen Stabilität des Systems und einer ausgewogenen ärztlichen und klinischen Versorgung, solch eine Behinderung rechtfertigen könnten.

Het Hof van Justitie oordeelde in 2001 echter (zaak C-53/00) dat vergoedingen voor publieke dienstverlening niet als staatssteun beschouwd moeten worden als de steun het bedrag dat nodig is voor het functioneren van diensten van algemeen belang niet overschrijdt.
Der Gerichtshof der Europäischen Gemeinschaften (Rechtssache C-53/00) urteilte hingegen im Jahr 2001, dass die Abgeltungen für öffentliche Dienstleistungen nicht als staatliche Beihilfen zu betrachten sind, wenn ihre Höhe den für die Erfüllung des öffentlichen Dienstleistungsauftrags notwendigen Betrag nicht übersteigt.

De Raad oordeelde het echter te vroeg zich te verbinden tot uitvoering van de artikelen 130 K en 130 L van het Verdrag. Eerstgenoemd artikel biedt de mogelijkheid om aanvullende OTO-programma's waaraan slechts enkele Lid-Staten deelnemen op te starten, terwijl op grond van het tweede de Gemeenschap kan deelnemen aan door een groep EU-landen opgezette programma's - in het kader van de internationale samenwerking zal moeten worden gestreefd naar systematischer coördinatie tussen de Lid-Staten.
Der Rat ist allerdings der Ansicht, daß es für die Anwendung der Artikel 130 k und 130 l des Vertrags zu früh ist. Artikel 130 k bietet die Möglichkeit, Zusatzprogramme im Bereich der FTE zu beschließen, an denen nur bestimmte Mitgliedstaaten teilnehmen; Artikel 130 l ermöglicht der Gemeinschaft die Beteiligung an spezifischen Programmen mehrerer EU-Mitgliedstaaten. - Im Bereich der internationalen Zusammenarbeit sollten sich die Mitgliedstaaten um systematische Absprachen bemühen.