8. benadrukt dat de ontwikkelings- en onderontwikkelde landen van oorsprong van geadopteerde kinderen moeten worden geholpen bij de ontwikkeling van hun eigen adoptiewetgeving en bij de opleiding van overheidspersoneel dat bij adoptie betrokken is; is van mening dat in de ontvangende landen toekomstige ouders moeten worden voorbereid op internationale adoptie en dat toezicht moet worden gehouden op de vorderingen (met name het psychologisch welbevinden) van geadopteerde buitenlandse kinderen;
8. hebt hervor, dass die Industrieländer und die Entwicklungsländer, aus denen die adoptierten Kinder stammen, bei der Entwicklung eines eigenen Adoptionsrechts und bei der Schulung von Mitarbeitern der Regierung und aus staatlichen Agenturen, die bei Adoptionen mitwirken, unterstützt werden müssen; weist ferner darauf hin, dass werdende Eltern in den Aufnahmeländern auf internationale Adoptionen vorbereitet werden müssen und dass die Entwicklung (insbesondere das psychische Wohlbefinden) ausländischer Adoptivkinder überwacht werden muss;
